camper bouwen

Camper bouwen: 13 dingen die wij nooit zouden willen veranderen

Vorig jaar bouwden we in een ruime maand een Fiat Ducato-bus om tot campervan en sindsdien reizen en wonen wij in onze camperbus. Tijd om de balans op te maken en laten we daarbij positief beginnen. Met welke vondsten, keuzes en opties zijn wij zo blij dat we ze nooit anders zouden doen, als we een volgende bus zouden bouwen? Dit zijn 10 tips voor als jij nog een camperbus gaat bouwen en wilt leren van onze ervaringen.

13 features van onze bus waar we dolgelukkig mee zijn

#1 Een klein bustype

Onze bus is een L1, dus het kortste formaat bus. Dat betekent dat onze bus nog geen 5 meter lang is en dus in alle parkeervakken past. Wij kunnen daardoor zonder nadenken met onze camperbus naar de supermarkt en hebben de mogelijkheid om onze bus in een stadscentrum te plaatsen. Alleen overdekte parkeerplaatsen lukt ons net zo goed niet als grotere bussen, want die zijn vaak echt alleen voor normale auto’s toegankelijk. We merken dat we daardoor heel flexibel zijn en nooit hoeven te tobben over het parkeren van onze bus.

Onderweg zien we veel grote campers vast op een plek staan voor een aantal dagen. Als camperaars met een grote bus een prachtige (wild)kampeerplek hebben gevonden, blijven ze daar vaak een aantal dagen staan. De echt grote campers hebben vrijwel altijd fietsen mee om vanaf die plek toch nog uitjes te kunnen maken en boodschappen te doen. Zo makkelijk is het namelijk niet om overal een grote plek te vinden. Wij blijven met onze kleine kampeerbus zelden meerdere nachten op dezelfde locatie staan. Met onze kleine bus zijn we zo flexibel dat als we boodschappen gaan doen in het dorp verderop, we daar dan gelijk onze bus op een nieuwe, mooie plek parkeren om te overnachten.

Leestip: in deze blog vertellen we je precies waar je op moet letten bij het kiezen van een geschikte bus om tot camper om te bouwen, waaronder waarom wij voor een L1 Fiat Ducato zijn gegaan.

#2 Isoleren met Armaflex

Veel zelfbouwers van campers kiezen voor het gebruik van Armaflex als isolatie en dat hebben wij ook gedaan. En wat zijn we inmiddels blij met deze keuze! Armaflex werkte heel makkelijk bij het bouwen, omdat het zelfklevend is, je het makkelijk op maat kan snijden en het erg flexibel is. Dit materiaal werkt bovendien ook nog eens ontdreunend, dus kiezen veel zelfbouwers ervoor om geen ontdreuningsplaten aan te brengen. Ook wij hebben die weggelaten en hebben daar geen moment spijt van gehad.

Nu we ruim twee maanden in onze buscamper rondreizen, merken wij bovendien dat de keuze voor het toch wat duurdere Armaflex ook een goed plan is wat betreft vocht. Vocht is in een kleine ruimte als een buscamper al snel een issue en Armaflex is een van de weinige isolatiematerialen die totaal geen last heeft van vocht. Wij hoeven dus niet bang te zijn dat ergens achter onze betimmering isolatiemateriaal vocht vasthoudt en gaat schimmelen.

Aankooptip: je koopt Armaflex het goedkoopste online via Amazon, zoals ook wij zelf hebben gedaan.

#3 De spanten niet isoleren

Nu we het toch over isoleren hebben, willen we gelijk een controversieel onderwerp op dat gebied aansnijden: de spanten isoleren of niet. Wij hebben ons hier dagenlang over ingelezen en alle voors en tegens bestudeerd. Onze conclusie was dat we de spanten niet wilden isoleren en dat is een topkeuze gebleken! We noemden al hoe in een kleine ruimte als een kampeerbusje vocht een probleem kan worden. Vocht moet ergens tegen beslaan en zal daarvoor altijd het koudste oppervlak kiezen. Bij ons zijn dat vooral de spanten (en onze enkelglas ramen ook een beetje), omdat wij die niet hebben geïsoleerd. Wij hebben de spanten aan de achterkant zelfs deels opengelaten door de kunststof roosters daar weer voor te plaatsen. Als we goed kijken, kunnen we door die ventilatieopeningen van die roosters gluren en zien we hoe veel vocht op het koude metaal van de bus condenseert.

Dat er vocht komt in onze spanten is vervolgens geen probleem, want die zijn er juist voor gemaakt om vocht af te voeren via kleine gaatjes in de bodem. Ook die hebben we dus opengelaten en we zouden iedereen aanraden om hetzelfde te doen. Als jouw bus een klusbus is geweest voor aanschaf, is het ook een aanrader om die gaatjes na te lopen op vuil en andere troep en ze eventueel schoon te maken.

#4 Een groot zonnepaneel

Wij dachten voor wat comfort ook regelmatig op campings te staan, maar in de praktijk kiezen we iedere dag opnieuw voor wildkamperen. Daarvoor moet je wel zelfvoorzienend zijn en ons zonnepaneel maakt dat mogelijk. We hebben gekozen voor een vrij groot zonnepaneel – de Victron BlueSolar 305wp – maar we zien veel bussen met kleinere panelen rondrijden. We zijn zelf heel blij voor zo’n groot paneel te hebben gekozen, want tijdens deze winterkampeertrip heb je natuurlijk maar beperkt zon en kunnen we met dit grote paneel toch vrijwel altijd uit.

Leestip: wildkamperen in Portugal is sinds kort weer legaal en wij schreven over onze ervaringen en de mooiste wildkampeerplekken.

#5 De minikoelkast van Ikea

We hebben lang getobd over de juiste koelkast. We wilden geen koelboxsysteem, maar een echte koelkast gebruiken en dan liefst eentje met een vriesvakje. Kleine koelkastje die zijn bedoeld voor campers of caravans, bleken vaak erg duur te zijn. Wij kwamen uiteindelijk uit op de minikoelkast van Ikea, de Tillreda-koelkast. Die werkt op 230 volt en zit bij ons dus op een normaal stopcontact. Het formaat is precies geschikt om een zitje omheen te bouwen, dus is de koelkast weggewerkt in het bankje naast de schuifdeur. In de deur kunnen we vrij grote drinkflessen of drinkpakken kwijt en we zijn er nog geen dag tegenaan gelopen dat we te weinig ruimte in de koelkast hadden. Het enige nadeel: het vriesvakje vriest alleen goed, als de koelkast op een hoge stand staat en we hebben de koelkast meestal op stand 1 of 2 staan om ons stroomgebruik minimaal te houden.

#6 De keuze voor veel lades

Vrijwel overal in onze bus hebben we lades gebruikt en daar zijn we iedere dag weer blij mee. Omdat je bij lades je opbergruimte kan uitschuiven en dus ook achterin goed bij je spullen kan, gebruik je de ruimte zo optimaal mogelijk. Ook kan je hoge ruimtes met twee lades boven elkaar veel efficiënter gebruiken dan wanneer je kiest voor een groot open vak. We hebben daarom drie kledinglades onder ons bed voor onszelf en voor de baby, lades in de keuken en zelfs lades in onze garage voor kleinere spullen die we daar opbergen. Alleen ons gootsteenkastje van de keuken heeft geen lade, omdat daar de waterleidingen en gootsteen zitten. Ook missen we het gemak van lades in een van de bankjes. Die kan je openklappen voor een groot vak bergruimte en lades waren daar geen optie, omdat hier ook een deel van de wielkast zit. We merken dat we die ruimte daardoor een stuk minder praktisch en efficiënt kunnen gebruiken.

Tip: veel zelfbouwers kiezen ervoor om Ikea-lades te kopen en in hun bus te verwerken, maar die zijn best prijzig. Wij kochten voor een prikje via marktplaats ladekasten met de juiste afmetingen en gebruikten alleen de lades en rails voor in onze bus.

#7 Een eigen wc

We hebben lang getwijfeld over een wc in onze camperbus. We vonden het een vies idee om in zo’n kleine leefruimte een wc’tje te hebben en verwachten hem niet te gebruiken. Om toch vrij te kunnen staan zonder een toiletgelegenheid nodig te hebben, kochten we toch een klein campingtoilet van Porta Potti. We gebruiken het toiletje nog steeds zo min mogelijk en hebben in Portugal het geluk dat bijvoorbeeld iedere supermarkt ruime, schone wc’s heeft, maar we zijn wel erg blij met de mogelijkheid om in de bus te plassen om zo op de mooiste wildkampeerplekken te kunnen staan. We hebben geen aparte wc-ruimte, maar de wc verwerkt in een van de bankjes, waar je de wc uit kan schuiven. Zo hebben we dagelijks geen last van het wc’tje, maar kunnen we die toch gebruiken om vrij te staan.

#8 Geen douche in de bus

In een klein type camperbus als een L1 past eigenlijk geen doucheruimte. We hebben er nooit over getwijfeld om hiervoor een grotere bus te kopen, want we wilden geen douche in de camper. Dat bleken we goed te hebben ingeschat! Ook al staan we vrijwel altijd vrij en zonder toiletgebouwen en andere voorzieningen van een camping, we missen die douche niet. We hebben dus geen grote, ruimte vretende douchecabine in onze bus nodig en kunnen daardoor prima uit met een L1. Hoe wij dan toch douchen? We douchen simpelweg niet iedere dag, maken gebruik van douches aan het strand als we daar hebben gezwommen en staan soms op een camperplek met douche voor een heerlijk hete douche. Als we ooit wel voor een douche zouden kiezen, dan zou dat er een zijn die we buiten de bus kunnen gebruiken. Dan heb je wel het gemak van een eigen douche, maar hoef je niet een grote douchecabine in te bouwen.

Aankooptip: wij hebben ook een zonnedouche om buiten te kunnen douchen, wat eigenlijk niet meer is dan een zwarte zak met doucheslang die je opwarmt in de zon.

#9 Een kingsize groot bed

Sebastiaan wilde met zijn twee meter languit kunnen liggen in het bed. De meeste camperbussen hebben een dwars bed, dus van maximaal 1,80 meter lang. Dat was voor Sebastiaan geen optie, dus kozen wij voor een bed in de lengterichting. Een L1 is zo groot niet, dus het heeft behoorlijk wat creativiteit en klusmoeite gekost om tot een goede oplossing te komen. Ons bed bestaat uit een vast bed van 1,10 x 1,80 meter. Veel buscamperaars houden het daarbij, maar zowel die lengte- als breedtemaat vinden wij totaal niet comfortabel. Het bed kan daarom nog eens 90 cm uitschuiven en wordt dan een groot bed van 1,80 x 2 meter. Kingsize dus! In onze bus hebben we daardoor zelfs een groter bed dan thuis en dat slaapt iedere nacht weer heerlijk. Een uitschuifbed maken, vonden we niet makkelijk. Maar iedere nacht weer ervaren we hoe dit de moeite waard was.

#10 Geen tussenschot tussen cabine en leefruimte

In onze klusbus zat bij aankoop een metalen tussenschot tussen de cabine en de laadruimte erachter. Die laadruimte is natuurlijk ons leefdeel geworden en we twijfelden lang of we het tussenschot moesten houden. We zijn nu erg blij dat we het eruit hebben gesloopt. Ook al zat er een klein raampje in het tussenschot, we profiteren nu van het daglicht van de grote voorruiten. De bus voelt ook veel groter en ruimtelijker. En dat is de camperbus ook, want we gebruiken de voorstoelen nu om soms even wat spullen op te leggen en het vak bovenin de cabine gebruiken we voor wat babyspullen, zoals een speelkleed, verschoningsspullen, een jasje en mutsjes.

#11 De vier-in-eenoplossing van Ective

Een elektraschema maken vonden wij het grootste karwei bij het ontwerpen van de buscamper. Een van de grootste successen is de keuze voor de vier-in-eenoplossing van Ective. Wij noemen dit apparaat meestal de omvormer, maar het is eigenlijk veel meer dan dat. Het is een zuivere sinusomvormer (voor goede 230 volt-wisselstroom), een NPPT-laadregelaar (voor het omzetten van 40 volt van de zonnepanelen naar 12 volt met het minste verlies), een acculader en een omschakelautomaat (voor omschakelen naar walstroom, als je de bus ergens aan de paal inplugt). Als je niet voor deze alles-in-eenoplossing kiest, heb je meerdere losse apparaten nodig. Dat kost veel meer ruimte in je bus en meer werk om dat goed op elkaar aan te sluiten. Wij zijn daarom nog altijd erg blij met onze Ective-omvormer en het was de € 415,- meer dan waard.

#12 Superdunne spotjes in het plafond

Om optimaal gebruik te maken van de hoogte van je plafond, wil je natuurlijk geen dikke plafondspotjes waardoor jouw afwerking alsnog ver onder het dak moet hangen. Het was behoorlijk wat zoekwerk om op de juiste spotjes te komen, maar we zijn nog altijd meer dan blij met onze keuze. Onze spotjes zijn superdun en worden niet warm, waardoor je geen ruimte open hoeft te laten achter de spotjes. Ook zijn ze dimbaar en kochten we mooie bijpassende dimmers om de twee circuits – een achter en een voor – te bedienen. We kochten deze spotjes via AliExpress. In eerste instantie kozen voor de 9 watt-lampjes, maar die vonden we nog behoorlijk fel. De 5 watt-spotjes vinden we perfect.

#13 Een hoes voor over de voorruiten

We twijfelden tussen gordijnen en een voorruithoes om ’s avonds de cabine te bedekken en kozen uiteindelijk voor beide. Een passend gordijn kopen voor je voorruit is extreem duur, dus naaiden we zelf een gordijn van verduisterende stof. Dat werkt natuurlijk nooit zo optimaal als een passend gordijn, maar dat vonden we het prijsverschil wel waard. Een voorruithoes is een stuk minder duur en is wel perfect passend.

In de praktijk gebruikten we dat gordijn dus zelden en doen we iedere avond de hoes over onze cabine. Deze is niet zo verduisterend als een gordijn, maar blokkeert wel het meeste licht. Maar verduistering is ook niet de reden dat we de hoes wilden en er nu zo blij mee zijn. De hoes is supermakkelijk te bevestigen en werkt heel goed isolerend. Op hete dagen blokkeert de hoes daglicht en UV-straling en op koude nachten houdt het de kou deels buiten. Het is ook mogelijk om isolatie achter je ruiten te plaatsen, maar dat werkt nooit zo optimaal als een hoes aan de buitenkant. Die laat de warmte simpelweg niet binnen, terwijl isolatie achter je ruiten de hitte tussen je ruiten en die isolatie moet vangen. Voor vrijwel ieder bustype vind je makkelijk dit soort hoezen. Voor onze Fiat Ducato hebben we de Fiamma Coverglass.