Eindeloze zandduinen, mysterieuze dode acaciabomen tegen een onaardse achtergrond en magische zonsondergangen maken het nationaal park Sossusvlei tot een van de meest bezochte plekken van Namibië. In de buurt van de gelijknamige witte kleivlakte Sossusvlei, maar ook al eerder langs de weg daarheen vind je meerdere bijzondere highlights die je ongetwijfeld tijdens je bezoek aan het park aan zal willen doen. We vertellen je in deze blog alle ins and outs over deze bijzondere plek! En wil je onze tips nog eens handig onder elkaar lezen? Lees dan ook onze blog met 25 tips voor jouw bezoek aan de Sossusvlei.
Zo bezoek je de Sossusvlei
De ingang van het nationaal park vind je bij het plaatsje Sesriem. De poorten van het park gaan open bij zonsopkomst en dicht bij zonsondergang. Bij de entree betaal je de gebruikelijke park permit van 80 Namibian dollar per persoon en 10 Namibian dollar per voertuig, waarna je doorrijdt naar een tweede poort waar je permit zal worden gecheckt.
Vanaf daar strekt een weg zich 60 kilometer uit richting de beroemde Sossusvlei, een van de witte kleivlaktes tussen de enorme zandduinen. De weg is geasfalteerd en daardoor probleemloos met iedere auto te berijden. De maximumsnelheid is 60 km/u, wat erg langzaam aanvoelt op zo’n goede weg. Met een beetje geluk zal je hier gelijk wat wildlife spotten. Wij zagen een oryx, struisvogel en hyena. Je zal ook al wat acaciabomen staan. Een voorbode van wat je later in de Dode Vlei zal zien!
Terwijl je de weg afrijdt, bevinden de enorme zandduinen zich steeds dichterbij langs de weg. Op 60 kilometer vanaf Sesriem ben je omringd door duinen en vind je een parkeerplaats voor 2WD-voertuigen. Vanaf de 2WD-parkeerplaats kan je de Hidden Vlei bezoeken, maar niet de Sossusvlei of Dode Vlei. Je zal dus ongetwijfeld verder willen. Vanaf de 2WD-parkeerplaats loopt een zandige weg richting de Sossusvlei. Daarvoor heb je dus zeker een 4WD nodig, al hebben wij ook iemand met een 2WD door het zand zien ploegen. Geen 4WD gehuurd? Dan pak je de benenwagen of betaal je voor een shuttle.
Slaap in het park: de Sossusvlei campsite en lodges
Zowel in het nationaal park als daarbuiten vind je de prachtigste accommodaties. Wij raden je aan om vooral in het park te slapen om je te verzekeren van de beste momenten om de immense duinen te bezoeken. Je mag namelijk eerder het park in en er ook langer blijven, waardoor je die onvergetelijke zonsopkomsten en zonsondergangen mee kan pakken! Wij mochten vanwege onze overnachting op de Sossusvlei campsite tot 20:45u in het park blijven en mochten er al om 5:15u in. Ja, dat was dus een vroege ochtend. Maar de zonsopkomst was het meer dan waard!
Een overnachting in een nationaal park kan je alleen boeken bij het state-owned Namibian Wildlife Resort. Direct na de parkentree vind je de Sossus Dune Lodge met spectaculair mooie lodges (vanaf 2000 Namibian dollar per persoon) en de Sesriem Campsite (350 Namibian dollar per persoon). Je kan een boeking telefonisch, via de site (www.nwr.com.na) of per e-mail doen (reservations@nwr.com.na). Dat is natuurlijk wel een stuk duurder dan een slaapplek buiten het park, dus als je liever de zonsondergang overslaat om wat geld uit te sparen, raden wij je vooral aan om buiten de NWR naar een mooie accommodatie te zoeken.
De highlights van Sossusvlei
De Sossusvlei is niet de enige highlight in het nationaal park. Sterker nog: wij waren hiervan juist niet zo onder de indruk. De andere vleis en de zandduinen vonden wij veel imposanter!
Elim dune. Deze zandduin ligt vlakbij Sesriem en is daarom de plek waar vrijwel iedereen verzamelt voor de zonsondergang boven de zandduinen. Wil je iets meer rust? Kies dan om het even welke andere zandduin uit. Zeker als je in het nationaal park overnacht, heb je voldoende tijd om ook verder het park in te rijden voor een zonsondergang en voor het sluiten van het hek terug te zijn.
Dune 45. Op 45 kilometer van Sesriem – goh, hoe zou deze duin nou aan zijn naam komen? – vind je Dune 45. Dit is een van de hoogste zandduinen en dé plek waar mensen naartoe gaan voor de zonsopkomst. De reden daarvoor is dat de duin met een afstand van 45 kilometer vanaf Sesriem en een locatie direct naast de asfaltweg naar Sossusvlei snel en goed te bereiken is, zodat je na een heavy klim naar de duintop nog ruim op tijd bent voor de zonsopkomst. Maar ook hiervoor geldt: je kan om het even welke andere duin kiezen voor een prachtige zonsopkomst. Dat raden wij je dan ook zeker aan, als je de massa wilt ontlopen.
Hidden Vlei. Vanaf de 2WD-parkeerplaats op 60 kilometer vanaf Sesriem loopt een route door de duinen naar de Hidden Vlei. De route is ongeveer 2 kilometer lang. Je kan natuurlijk recht op je doel af door de duinen trekken, maar paaltjes markeren de makkelijkste looproute naar de Hidden Vlei. Kan je de paaltjes (even) niet vinden? Pak dan de app maps.me erbij, waarop duidelijk de looproute is te zien. Wij bezochten deze vlei rond zonsondergang, maar waren toch ietwat teleurgesteld. Hoewel het bijzonder was om met z’n tweeën zonder enige andere toerist de vlei te bezoeken, waren wij voorbereid op het beroemde spektakel van een witte kleigrond, rode zandduinen en versteende bomen. Dat ga je hier helaas niet vinden. In deze vlei staan maar twee oude acaciabomen en zal je dus niet het bijzondere gezicht hebben dat je misschien kent van de foto’s.
Dode Vlei. Bij deze vlakte heb je dat wel! De dode acaciabomen zijn al honderden jaren oud. Ze zijn afgestorven, toen de Tsauchab rivier een andere weg koos. Wat in de Dode Vlei resteert, zijn de skeletten van de oude acacia’s. Ze vormen een prachtig gezicht: donkere silhouetten tegen een witte kleigrond en felgekleurde duinen. Afhankelijk van het licht zijn de duinen felgeel, oranje of zelfs rood. Voor ons was dit spektakel het hoogtepunt van ons bezoek aan het nationaal park. Het trekt dan ook behoorlijk wat die complete fotoshoots tussen de bijzondere bomen houden (guilty!). Wij besloten daarom om de zonsopkomst niet op Dune 45 mee te maken, maar in één keer door te crossen naar de 4WD-parkeerplaats bij de Dode Vlei. Na het beklimmen van een hoge duin voor de zonsopkomst – zoveel zweet en zand, maar stunning! – waren we daardoor een van de eersten in de Dode Vlei. Niet veel later zagen we – ondanks het laagseizoen – steeds meer toeristen in grote groepen richting de vlakte komen. We raden je daarom aan om vroeg te zijn, als je de Dode Vlei in alle rust wilt kunnen bezoeken.
Big Daddy. De Big Daddy en Big Mama zijn twee van de hogere duinen vlakbij de 4WD-parkeerplaats. De Big Daddy is 350 meter hoog, dus vraagt behoorlijk wat bloed, zweet en tranen om de top te bereiken. De duin ligt direct naast de Dode Vlei, dus als je de helse tocht naar de top hebt gemaakt, zal je worden beloond met een geweldige afdaling de vallei in. Let op: je zal op maps.me twee routes de Big Daddy op zien gaan. Wij raden je aan om de kortste, maar steilste te nemen. Het klimmen door het zand is zwaar, dus als je de langere en minder steile route zal nemen, zal je jezelf sneller uitputten. Begin dus zo vroeg mogelijk in de ochtendkoelte en ga steil omhoog om zo snel mogelijk de top te bereiken!
Sossusvlei. Nog iets verder dan de parkeerplaats naar de Big Daddy en Dode Vlei, ligt de Sossusvlei. Een witte vlakte strekt zich hier uit tussen de gele en oranje duinen. Een prachtig gezicht, maar omdat wij daarvoor de Dode Vlei met de bijzondere acaciabomen al hadden gezien, toch minder indrukwekkend dan wij dachten. Je ziet de vlakte en de duinenzee eromheen het beste vanaf de Big Mama.
Big Mama. De Big Mama is met 100 meter minder hoog dan de Big Daddy en ligt naast de Sossusvlei. Hoewel de Big Mama dus wat makkelijker te beklimmen is, lijkt de Big Daddy een stuk meer mensen te trekken. Wil je dus wat rustiger op je duintop zitten? De Big Mama is your spot!