Een stad op een schiereiland, omringd door zee en verhalen – welkom in Cádiz. Al meer dan drieduizend jaar wonen hier mensen, en dat merk je aan alles: de Romeinse ruïnes, Moorse muren, barokke torens en koloniale pleinen. Maar tegelijk voelt Cádiz authentiek, levendig en modern. Je wandelt van eeuwenoude forten naar markten vol geroezemoes, en van statige bouwwerken naar stadsstranden waar de locals tot zonsondergang blijven hangen.
In deze blog nemen we je mee langs de mooiste bezienswaardigheden van Cádiz. Wat mag je echt niet missen? Je vindt hier een overzicht van alle highlights: van historische hoogtepunten tot fijnste stranden, allemaal boordevol tips.



Waar ligt Cadiz in Spanje?
Cádiz ligt helemaal in het zuiden van Spanje, aan de rand van Andalusië, waar het land bijna ophoudt en de Atlantische Oceaan begint. De stad ligt op een smal schiereiland dat als een vinger de zee in wijst, verbonden met het vasteland via een dam en twee bruggen. Die ligging zorgt voor een constant briesje en een uitzicht dat nooit verveelt.
Cádiz hoort bij de provincie met dezelfde naam en ligt aan de Costa de la Luz, de ‘Kust van het Licht’. Vanuit Sevilla ben je er in anderhalf uur met de auto of trein, en vanaf Jerez de la Frontera – waar het dichtstbijzijnde vliegveld ligt – is het nog geen veertig minuten.
In de buurt vind je levendige steden en dorpjes zoals El Puerto de Santa María, San Fernando en Rota. Iets verder liggen witte dorpjes als Vejer de la Frontera en surfplek Tarifa. Cádiz ligt dus perfect voor wie meer van Andalusië wil ontdekken.



Waar Cadíz om bekend staat
Cádiz staat bekend om zijn lange geschiedenis, zijn band met de zee, het spraakmakende carnaval en de bijzondere ligging op een schiereiland. Het is een stad van wachttorens en vissers, van straatmuziek en warme avonden met frisse zeelucht.
Cádiz is oud. En niet een beetje. De Feniciërs vestigden zich hier al rond 1100 voor Christus, en sindsdien is het nooit verlaten. Romeinen, Moren, Spaanse koningen – allemaal lieten ze hun sporen achter. Je merkt het in de opbouw van de stad, de architectuur en zelfs in het accent van de bewoners: Cádiz heeft een heel lange geschiedenis.
Lang was Cádiz het vertrekpunt van schepen richting de ‘Nieuwe Wereld’. De haven speelde een sleutelrol in de handel met Amerika. De rijkdom uit die tijd zie je nog terug in de uitkijktorens die overal boven de huizen uitsteken, ooit gebouwd door kooplieden om hun schepen in de gaten te houden.
Bekend is ook het carnaval. Geen karakters op wagens zoals ze dat in veel landen kennen, maar zanggroepen die met humor en scherpe teksten alles en iedereen op de hak nemen. Straattheater, verkleedpartijen, drukke pleinen en spontane optredens kenmerken dagen lang de stad. Het feest duurt weken en de hele stad doet mee.
Daarnaast typeren het uitzicht en de ligging de stad. Cádiz ligt als een vinger in de oceaan. De zee is altijd in de buurt, en die bepaalt het ritme van de stad. Je hoort het in de wind, proeft het op je bord en ziet het in de manier waarop de stad zich opent naar het water.



Overnachten in Cádiz
Als je wilt overnachten in Cádiz, is het oude centrum zonder twijfel de beste keuze. Dit deel van de stad ligt op het smalste en uiterste stuk van het schiereiland. Alles is er op loopafstand: de kathedraal, de markt, de stranden, tapasbars en bijna alle bezienswaardigheden. De sfeer is levendig maar niet chaotisch, en ’s avonds wordt het er juist rustig. Wijken als El Pópulo, La Viña en Barrio del Mentidero hebben elk hun eigen karakter.
El Pópulo is de oudste wijk van de stad, met smalle straatjes, veel geschiedenis en een centrale ligging vlak bij de kathedraal. La Viña ligt dichter bij het strand van La Caleta en is ideaal als je graag dicht bij zee én tapas bent. Mentidero is wat rustiger en iets ruimer van opzet, met leuke pleintjes en minder toeristen.
Wie liever iets moderner en rustiger zit, kan kiezen voor een hotel in de wijk rond Playa Victoria, buiten het oude centrum. Daar vind je bredere boulevards, grotere hotels en lange zandstranden, maar je bent wel verder van het historische hart van de stad.
De leukste hostels en hotels in Cadiz:
#1 Hotel Argantonio ligt midden in het oude centrum van Cádiz. Je slaapt er in een charmant pand met hoge plafonds, kleurrijke tegelvloeren en een mix van Andalusische en koloniale stijl. Iedere kamer heeft zijn eigen themarichting met een naam die daarnaar verwijst.
#2 Parador de Cádiz hangt bijna boven zee aan de rand van het centrum. Het is een strak vormgegeven hotel met infinity pool, wellnessruimte en uitzicht waar je stil van wordt.
#3 Soho Boutique Columela ligt op een paar minuten lopen van de kathedraal. Het hotel is fris en hip ingericht en heeft een klein zwembad op het dak – perfect voor een verkoelende duik.
#4 Occidental Cádiz ligt vlak bij Playa Victoria, dus wat buiten het historische centrum. Je krijgt hier ruime kamers, strand op loopafstand en moderne luxe voor een betaalbare prijs.
#5 Áurea Casa Palacio Sagasta ligt in een klassiek herenhuis met marmeren vloeren en houten balken. Binnen is alles smaakvol gerenoveerd, zonder het karakter van het pand te verliezen.
#6 BYPILLOW La Sal ligt tussen haven en centrum in. De sfeer is licht, hip en modern. Wij snappen wel waarom dit hotel zo populair is en duizenden lovende reviews heeft.



Toeristische kaart van Cadiz
Wat te doen in Cádiz: 15 bezienswaardigheden en tips
#1 Kathedraal van Cádiz
De Kathedraal van Cádiz kun je eigenlijk niet missen. De opvallende gouden koepel zie je al van ver boven de stad uitsteken. Dit enorme bouwwerk werd in 1722 neergezet, maar pas in 1838 afgerond. Er werkten meerdere architecten aan mee, en dat zie je meteen: de stijl is een mengelmoes van barok, rococo en neoclassicisme. Het geld voor de bouw kwam grotendeels uit de lucratieve handel met Amerika, waar Cádiz in de achttiende eeuw flink van profiteerde.
Binnen is het minstens zo indrukwekkend. De kathedraal heeft drie beuken, zestien kapellen, een opvallend marmeren altaar en een reusachtig orgel. Onder het altaar ligt een verrassend ruime crypte, waar onder anderen de bekende componist Manuel de Falla begraven ligt. De akoestiek daar is bizar goed: zelfs een fluistering klinkt door de hele ruimte.
Je kunt ook de klokketoren op. De klim is pittig, maar het uitzicht over de stad, de haven en de zee is de moeite meer dan waard. Tickets zijn te koop aan de ingang of online, inclusief audiogids.


#2 Stadhuis van Cádiz
Midden op het levendige Plaza de San Juan de Dios staat het stadhuis van Cádiz. Het gebouw ziet er statig en klassiek uit, met een mooie zuilenrij en klokkentoren. De bouw begon eind achttiende eeuw, onder leiding van stadsarchitect Torcuato Benjumeda. De bovenste verdieping kwam er pas in 1861 bij, in een wat sierlijkere stijl die toen in de mode was. Die combinatie maakt het tot een van de opvallendste gebouwen op het plein.
Binnenin hangt een bijna koninklijke sfeer. In de Salon de Plenos, waar de gemeenteraad vergadert, kijk je omhoog naar een fraai marmeren plafond. Ook zie je portretten van oud-burgemeesters en andere figuren die belangrijk waren voor de stad. Niet alles is toegankelijk voor bezoekers, maar af en toe zijn er rondleidingen via het toerismekantoor.
Het plein voor het stadhuis is autovrij en altijd levendig. Je vindt er terrassen, kraampjes en straatmuzikanten. Een prima plek om even bij te komen of mensen te kijken voor je verder de stad in trekt.

#3 Teatro Romano de Cádiz
Je zou het niet direct verwachten, maar midden in het oude centrum van Cádiz liggen de resten van een Romeins theater. En niet zomaar eentje: het werd gebouwd in de eerste eeuw voor Christus en was een van de grootste van het hele Romeinse rijk op het Iberisch schiereiland. Er konden zo’n tienduizend mensen in.
Eeuwenlang wist niemand meer dat het theater bestond. Het raakte bedolven onder woonhuizen en raakte in vergetelheid. Pas in 1980 kwam het per toeval weer aan het licht, toen er gewerkt werd aan een gebouw in de wijk Pópulo. Sindsdien is een deel opgegraven en opengesteld voor bezoekers.
Via een smalle tunnel kom je bij de overblijfselen van het theater. Een klein bezoekerscentrum geeft uitleg over de geschiedenis van de plek, met maquettes en informatiepanelen. Je kunt zelfs over een glazen vloer lopen boven de originele stenen tribunes. De toegang is gratis. Tel daar de bijzondere ligging en geschiedenis bij op, en dit is zeker een bezoek waard tijdens je wandeling door het oudste deel van de stad.


#4 Torre Tavira
Torre Tavira is de hoogste van de 160 uitkijktorens die Cádiz ooit telde. In de achttiende eeuw waren zulke torens populair bij kooplieden, die zo konden zien of hun schepen al in aantocht waren. Torre Tavira was vanaf 1778 de officiële wachttoren van de haven.
Wat deze toren extra bijzonder maakt, is de camera obscura op de bovenste verdieping. Dat is een soort periscoop waarmee je live, in detail, beelden van de stad geprojecteerd ziet op een witte schijf. Tijdens een korte demonstratie wijst een gids allerlei herkenbare plekken aan. Daarna kun je zelf naar boven voor een 360-graden uitzicht over de stad, de kathedraal, de zee en de daken van Cádiz.
Binnen vind je ook tentoonstellingen over de geschiedenis van Cádiz en de werking van de toren. Je moet flink wat trappen op – er is geen lift – maar het uitzicht maakt dat meer dan goed. Reserveren is slim, vooral in het hoogseizoen. De ingang zit aan een rustige straat in het centrum. Je kunt een bezoek makkelijk combineren met andere highlights in de buurt.
#5 Museo de Cádiz
Het Museo de Cádiz is een echte schatkamer als je iets meer wilt leren over de geschiedenis van de stad en de regio. Je vindt het museum aan Plaza de Mina, een rustig plein vol bomen en bankjes. Het gebouw zelf stamt uit de negentiende eeuw en werd vroeger gebruikt als klooster. Sinds 1970 is het de vaste plek van het stadsmuseum, met een indrukwekkende collectie verdeeld over drie verdiepingen.
Op de begane grond loop je door de archeologische afdeling, met als absolute blikvanger de twee Fenicische sarcofagen uit de vijfde eeuw voor Christus. Deze stenen kisten, gevonden in de baai van Cádiz, zijn uniek in Spanje. Daarnaast zie je er Romeinse mozaïeken, beelden en vondsten uit nabijgelegen opgravingen zoals Baelo Claudia.
Op de eerste verdieping hangt kunst uit de zestiende tot de negentiende eeuw, met werken van onder anderen Zurbarán, Murillo en Rubens. De bovenste verdieping is gewijd aan volkskunst, met als hoogtepunt de collectie poppen van Tía Norica. Deze poppen worden nog steeds gebruikt tijdens het beroemde carnaval van Cádiz.
De entree is gratis voor EU-burgers. Je hebt ongeveer anderhalf uur nodig om alles te bekijken. Het museum is overzichtelijk opgezet en geschikt voor kinderen. In de zomer is het bovendien een fijne plek om even af te koelen.
#6 Mercado Central de Cádiz
Voor een echte inkijk in het dagelijks leven van de stad moet je naar de Mercado Central de Abastos. Deze markthal staat midden in het centrum en werd geopend in 1838, waarmee het de oudste overdekte markt van Spanje is. De neoclassicistische stijl herken je aan de zuilengalerij rondom het gebouw, dat in 2009 volledig werd gerenoveerd.
Binnen vind je meer dan honderd kramen, verdeeld over vis, vlees, groente, fruit, noten, specerijen, brood en lokale delicatessen. Vooral de visafdeling is een belevenis: van tonijn tot inktvis en schelpdieren, alles komt vers uit de baai van Cádiz. Veel bewoners doen hier nog dagelijks hun boodschappen.
Achterin de hal ligt het Rincón Gastronómico, een moderne foodcourt waar je tapas en streetfood kunt proeven. Hier eet je oesters aan de bar of bestel je een broodje chicharrón met een glas lokale witte wijn. Er hangt een relaxte sfeer en het is er vaak gezellig druk.
De markt is open van maandag tot zaterdag, van ongeveer negen tot drie. Ga vroeg op de dag als je het meeste aanbod wilt zien, en blijf hangen voor een spontane lunch tussen de locals.

#7 Plaza de San Juan de Dios
Plaza de San Juan de Dios is het kloppende hart van het oude Cádiz. Dit plein vormt al sinds de middeleeuwen het politieke en sociale centrum van de stad. Hier ligt ook het stadhuis, dat je al van een afstand herkent aan de wit gepleisterde gevel, de zuilen en de centrale klokkentoren.
Door de jaren heen is het plein meerdere keren heringericht. Tegenwoordig is het autovrij en ingericht met fonteinen, palmbomen en terrassen. In het midden staat een standbeeld van Segismundo Moret, een politicus uit Cádiz die eind negentiende eeuw premier van Spanje was. Rondom het plein zitten cafés waar je prima terechtkunt voor koffie of een tapa, met uitzicht op het dagelijkse leven in de stad.
’s Avonds wordt het plein sfeervol verlicht. Lokale muzikanten en straatartiesten zorgen regelmatig voor vertier. Plaza de San Juan de Dios is ook een goed startpunt voor een wandeling richting de kathedraal of het Teatro Romano, die beide vlakbij liggen.
#8 Castillo de San Sebastián & Fort de Santa Catalina
Aan de westkant van Cádiz liggen twee historische forten die de stad eeuwenlang hebben beschermd tegen aanvallen vanaf zee: Castillo de San Sebastián en Castillo de Santa Catalina. Ze liggen tegenover elkaar, met daartussen het kleine stadsstrand La Caleta. Beide forten zijn verbonden met het vaste land en goed bereikbaar te voet.
Castillo de San Sebastián ligt op een eilandje aan het einde van een lange dam die vanaf La Caleta de zee inloopt. Volgens oude bronnen zou hier ooit een tempel voor de god Kronos hebben gestaan. In 1706 werd het huidige fort gebouwd om de haven van Cádiz te beschermen. In 1908 kwam er een vuurtoren bij, een van de eerste elektrische vuurtorens in Spanje. Je bereikt het fort via een wandeling van zo’n tien minuten over een dam van natuursteen. Bij vloed beukt de zee soms over de rand, bij eb zie je rotsen en vissers. De zonsondergang vanaf dit punt is spectaculair.
Castillo de Santa Catalina ligt aan de andere kant van La Caleta, direct aan het strand. Dit stervormige fort werd gebouwd in het begin van de zeventiende eeuw, na een aanval van Engelse troepen onder leiding van graaf Essex. Het ontwerp is gebaseerd op militaire bouwprincipes uit die tijd, met dikke muren, uitkijkpunten en een binnenplaats. Vandaag de dag doet het fort dienst als cultureel centrum, met exposities, concerten en workshops. De toegang is gratis en je kunt vrij door het complex wandelen.
Een bezoek aan beide forten combineer je makkelijk met een ochtend of middag aan het strand. Ze geven niet alleen een goed beeld van de verdedigingsgeschiedenis van Cádiz, maar ook van het strategische belang van de stad door de eeuwen heen.

#9 Parque Genovés
Zin in wat rust tussen het sightseeing door? Parque Genovés is dan precies wat je zoekt. Dit groene stadspark ligt direct aan zee en voelt als een mini-oase midden in Cádiz. Je wandelt er tussen palmbomen, bloemperken en exotische planten uit alle hoeken van de wereld. Het park is strak aangelegd, maar toch speels en uitnodigend.
De echte blikvanger is een kunstmatige waterval met een grot waar je gewoon doorheen kunt lopen. Vooral kinderen vinden dat geweldig, maar ook voor volwassenen is het een leuke verrassing. Verder vind je in het park fonteinen, bankjes in de schaduw en uitzichtpunten over de oceaan. In de zomer is er regelmatig live muziek of een openluchtfilm.
Parque Genovés is perfect voor een ontspannen wandeling, een picknick of gewoon een half uurtje op adem komen. Door de ligging aan zee waait er altijd een frisse bries. En het beste van alles: de toegang is gratis en je kunt er de hele dag terecht.
#10 Gran Teatro Falla
Als je langs het Gran Teatro Falla loopt, moet je even stoppen. De rood-witte gevel in neomoorse stijl springt meteen in het oog, net als de grote bogen en torentjes. Het theater werd gebouwd rond 1905, nadat een ouder houten theater op dezelfde plek afbrandde. Sindsdien is het uitgegroeid tot hét culturele podium van Cádiz.
Binnenin is het net zo indrukwekkend: fluweelrode stoelen, kroonluchters en een klassiek podium. Het theater biedt alles van flamenco tot klassiek en moderne dans. Maar het hoogtepunt is zonder twijfel het jaarlijkse carnaval, wanneer lokale zanggroepen hier in kostuum strijden om de eer. De sfeer tijdens dat concours is uniek en maakt deel uit van de ziel van de stad.
Heb je geen kaartje voor een voorstelling? Geen probleem. De gevel alleen al is de moeite waard. En als je geluk hebt, is er een rondleiding of open repetitie die je mee kunt pikken.
#11 Avenida Campo del Sur
Avenida Campo del Sur is de boulevard waar de stad en de zee elkaar ontmoeten. Je loopt hier langs de zuidkant van het oude centrum, met links de gekleurde gevels van Cádiz en rechts het eindeloze uitzicht over de Atlantische Oceaan.
Deze brede weg slingert langs de stadsmuren en voelt ruim, licht en levendig. Overdag kom je hier joggers, vissers en flanerende locals tegen. Tegen zonsondergang wordt het rustiger en verandert de lucht in alle tinten roze en oranje. Neem gerust even plaats op een van de bankjes om van het uitzicht te genieten.
Campo del Sur is niet alleen mooi, maar ook praktisch. De boulevard verbindt allerlei bezienswaardigheden met elkaar. Je loopt in één rechte lijn van de kathedraal naar het Gran Teatro Falla en La Caleta. Onderweg kun je altijd even pauzeren met een koffie bij een kiosk of gewoon je voeten laten bungelen boven het water.
#12 Stranden van Cádiz
Dat Cádiz stranden heeft ín de stad is al bijzonder, maar dat ze ook nog eens zo mooi zijn, maakt het helemaal af. La Caleta is het bekendste stadsstrand: een kleine, beschutte baai tussen twee oude forten. Het ligt op loopafstand van het centrum, dus je staat binnen tien minuten van de kathedraal met je voeten in het zand.
La Caleta is geliefd bij locals. Je ziet hier families met parasols, groepjes jongeren die gitaar spelen en oudere mannen die met hun voeten in het water staan te vissen. De sfeer is ontspannen en authentiek. Door de ligging tussen de muren van de forten voelt het als een natuurlijke zwembaai. En bonus: de zonsondergang vanaf La Caleta is magisch.
Zoek je iets groters? Dan zijn er nog Playa Santa María del Mar, Playa de la Victoria en Playa de Cortadura. Die liggen iets verder buiten het centrum en zijn breder, moderner en perfect voor sportievere types. Of je nu wilt dobberen, wandelen of gewoon je handdoek uitrollen: in Cádiz doe je het gewoon midden in de stad.


#13 Los Toruños Natural Park
Zin om even weg te zijn van de stad, maar niet te ver? Dan is Los Toruños precies wat je zoekt. Dit natuurgebied ligt net buiten Cádiz, aan de rand van de baai, en is een ideale plek om te wandelen, fietsen of gewoon rustig rond te kijken. Hier geen verkeer, geen drukte – alleen duinen, moerassen en vogels die zich nergens iets van aantrekken.
Het park is onderdeel van het grotere natuurgebied Bahía de Cádiz en staat bekend om zijn vogelrijke landschappen. Met een beetje geluk zie je flamingo’s, lepelaars en zilverreigers in de lagunes staan. Er zijn houten paden, picknicktafels en uitkijkposten waar je even kunt pauzeren en het uitzicht op je in laat werken.
Je kunt op eigen houtje het gebied in, maar er worden ook excursies georganiseerd, vaak met gidsen die alles weten over de zoutpannen en het ecosysteem. Het park is makkelijk bereikbaar: met de fiets of auto ben je er in twintig minuten vanuit het centrum van Cádiz. Wij kozen ervoor door het natuurgebied te fietsen, wat een heel leuke afwisseling was tussen de bezienswaardigheden en stadse drukte. Neem een flesje water en zonnebrand mee – er is weinig schaduw, maar wel eindeloos veel rust.

#14 Bahía de Cádiz
De Baai van Cádiz is veel meer dan een mooi uitzicht: het is een levend landschap vol dorpen, natuur en maritieme tradities. Het gebied strekt zich uit over verschillende steden en dorpen, waaronder El Puerto de Santa María, San Fernando en Puerto Real. Tussen al die plekken vind je zoutvlaktes, zandstranden, vissershavens en vogelgebieden.
Je kunt de baai op verschillende manieren verkennen. Stap aan boord van een kleine boot voor een tochtje langs de kust, of huur een kajak en peddel langs kreken en verlaten strandjes. Onderweg zie je forten, oude zoutinstallaties en grote groepen vogels die tussen de slikken en schorren foerageren.
Op het land liggen fietspaden en wandelroutes die de natuur verbinden met de stad. Een leuke tip is de veerboot nemen van Cádiz naar El Puerto de Santa María. Je vaart dwars door de baai en ziet de skyline van Cádiz langzaam verdwijnen achter je. El Puerto de Santa María vonden wij bovendien een heel leuk, charmant plaatsje om even doorheen te dwalen en een ijsje te eten.


#15 Leukste dagtrips vanuit Cádiz
Cádiz is heerlijk, maar soms is het fijn om even buiten de stad te kijken. En dat kan hier verrassend makkelijk. Binnen een uur sta je tussen de wijngaarden, in een wit bergdorp of op een strand waar nauwelijks iemand komt.
Een klassieker is El Puerto de Santa María. Je pakt gewoon de ferry vanaf de haven en vaart in een klein half uurtje de baai over. Daar wacht een relaxte stad met tapasbars, een oud kasteel en bodega’s waar je sherry kunt proeven. Even makkelijk is de trein naar Jerez de la Frontera. Daar draait alles om sherry, flamenco en paarden. Bezoek de Koninklijke Andalusische Rijschool of wandel door het oude centrum met zijn paleizen en pleinen.
Heb je een auto? Dan is Vejer de la Frontera een aanrader: een wit dorp op een heuvel met smalle straatjes en uitzicht tot aan zee. Iets verder ligt Bolonia, waar je niet alleen een prachtig strand vindt, maar ook (gratis toegankelijke) Romeinse ruïnes tussen de duinen.
Liever de natuur in? Ga richting de zoutvlaktes en vogelgebieden rond San Fernando of rijd door het binnenland langs de Ruta del Toro. Je komt door glooiende landschappen vol kurkbomen, stieren en verlaten weggetjes.