Een van de mooiste stadjes van Nederland is Thorn in Limburg. Dit witte stadje in onze meest zuidelijke provincie staat vol met wit geverfde huisjes, wat samen een pittoresk en beschermd stadsgezicht vormt. Rondwandelen door het dorp is de beste manier om Thorn te verkennen. Je waant je even in het buitenland, zo on-Nederlands zijn al deze huisjes. Het heeft wel wat weg van de ‘pueblos blancos’ in Andalusië in Zuid-Spanje. Het Limburgse dorp staat vol historische monumenten, kapelletjes, witte huisjes en pittoreske straatjes. Wij geven je tips voor jouw bezoek.
Het witte stadje van Limburg als onafhankelijke ministaat
Thorn hoort bij de oudste steden van Nederland en kent een lange geschiedenis als onafhankelijk ministaatje. In 990 werd een klooster voor adellijke vrouwen gesticht in wat we nu kennen als Thorn. De abdij ontwikkelde zich tot stift, dus tot een grondgebied waarover de abdis als een vorstin regeerde. Het ministaatje had een eigen munt, rechtssysteem en minileger en werd erkend door de grotere staten uit die tijd. Achthonderd jaar lang heersten adellijke vrouwen over dit gebied en dat in een tijd waarin vrijwel alleen maar mannen het voor het zeggen hadden. Deze dames kwamen van over heel Europa naar dit plaatsje toe, waardoor je in Thorn veel bouwstijlen en -invloeden ziet die on-Nederlands aanvoelen.
Napoleon maakte uiteindelijk een einde aan deze vrouwenheerschappij. Bij zijn verovering van Europa en ook de Nederlanden moest ook Thorn het ontgelden. De abdis en andere adellijke vrouwen ontvluchten hun ministaatje en de Fransen namen het over. Er werd een belasting geïntroduceerd die werd gebaseerd op het aantal en de grootte van de ramen van de woningen. Omdat met de adellijke vrouwen ook de rijkdom uit Thorn was verdwenen, besloot de arme bevolking ramen dicht te metselen. Om deze lelijke plekken in de muren – ook wel dramatisch ‘littekenen van armoede’ genoemd – te verbergen, werden de huizen wit gekalkt. En zo ontstond het bekende witte dorp uit Limburg zoals we dat vandaag kennen.
In 1973 werd Thorn verklaard tot een beschermd stadsgezicht.
De bezienswaardigheden van Thorn
#1 Het historische centrum
De belangrijkste bezienswaardigheid van Thorn is het historische centrum zelf. Niet voor niets is het een beschermd stadsgezicht en het is eigenlijk een soort openluchtmuseum. De met maaskeien geplaveide straatjes zijn allemaal even pittoresk. Het is ook autoluw en auto’s worden aan de rand van het centrum geparkeerd, waardoor het historische karakter van het oude stadje nog beter tot zijn recht komt. De straatjes zijn allemaal even pittoresk en tussen de witte huizen staan prachtige monumenten.
#2 De Abdijkerk
Het meest opvallend is natuurlijk de Abdijkerk in het hart van de stad. Het is tegenwoordig te bezoeken als museum. Bewonder het prachtige glas-in-lood, de kruisribben op het plafond van de gotische kerk en de crypte. In de crypte vind je grafnissen en relikwieën, maar opmerkelijk is vooral de mummie van Thorn. De mummie werd in 2007 onderzocht en bleek van rond 1600 te dateren. Sindsdien ligt de mummie in een klimaatkast in de crypte.
Opvallend is ook het barokinterieur. In de zeventiende en achttiende eeuw werd dat interieur in barokstijl aan de kerk toegevoegd. Het huidige Nederland was toen overwegend protestant en zo’n extravagante bouwstijl paste niet bij dit sobere geloof, waardoor je dit soort barokkerken niet veel ziet in ons land. De Abdijkerk van Thorn in het katholieke Limburg is daar dus een prachtige uitzondering op! Aan de basis van de kerktoren kan je goed zien dat de geschiedenis van de kerk veel verder teruggaat. De toren is later gebouwd op de restanten van een nog veel oudere kerktoren in Romaanse stijl. De kerk werd in de negentiende eeuw gerestaureerd door de bekende architect Pierre Cuypers, bekend van het Rijksmuseum en Centraal Station in Amsterdam en kasteel De Haar bij Utrecht.
Naast de Abdijkerk is er ook een tweede museum in Thorn. Hier leer je meer over de geschiedenis van het stadje.
#3 De monumenten van Thorn
Het witte dorpje staat vol met historische monumenten uit de tijd van het abdijvorstendom. Vlakbij de kerk hangt een handige kaart met daarop alle monumenten aangegeven, maar ook als je door het dorp loopt zijn ze niet te missen. Op veel plekken hangen bordjes aan de witte panden met uitleg over bijvoorbeeld het oude Begijnhof, de restanten van het klooster, statige herenhuizen of een oude stadspoort.
#4 De Kapel onder de Linden
De Kapel onder de Linden, ook wel de Loretokapel genoemd, ligt aan de noordelijke rand van het dorp. Het is een korte wandeling van het oude centrum naar het kapelletje, wat zeker de moeite waard is. De kapel werd gebouwd in 1673 door abdis Clara Elisabeth van Manderscheidt Blankenheim, de vorstin van Thorn op dat moment.
Van buiten zou je misschien niet direct zeggen dat in het witte gebouw een kapel zit, want het heeft wel wat weg van een woonhuis. Het kruis op het dak en de toren verraden de link met een kerk. De Kapel onder de Linden wordt ook wel de Loretokapel van Thorn genoemd als verwijzing naar het huis van de heilige Maria dat door engelen naar Loreto zou zijn verplaatst. Vandaar ook het uiterlijk van dit kapelletje in Thorn als een woonhuis. In heel Europa vind je dit soort Loretokapelletjes, waarvan dus ook een in Thorn.
Bijzonder is vooral het interieur dat – net als de Abdijkerk – in barokstijl is gebouwd. Op het plafond zie je dus veel versieringen, ornamenten en schilderingen, allemaal even kitscherig. Naast de Kapel staat het Kapelhuis met een terrasje.
#5 De kapelletjes van Thorn
Naast de Kapel onder de Linden zijner nog veel meer kapelletjes te vinden in Thorn. Overal vind je kleine witte huisjes waar je een gebed kan zeggen of een kaarsje kan opsteken. Veel ervan zijn beschermd als rijksmonument. Het zijn er zelfs zo veel dat je bij de plaatselijke VVV een wandelroute kan krijgen langs alle kapellen van Thorn. Je kan de route hier online vinden. Zo passeerden wij tijdens onze wandeling vanuit het historisch centrum naar de Loretokapel ook de Sint-Annakapel en de Sint-Nepomucenuskapel.
Tips voor een bezoek aan Thorn
Het witte dorpje ligt dus in Limburg, halverwege de provincie en strak tegen de Belgische grens. Het is ruim een half uur rijden naar het zuidelijker gelegen Maastricht en 40 minuten naar het noordelijkere Venlo of Eindhoven.
Erg groot is Thorn niet, dus trek geen dagen uit om dit pittoreske plaatsje te bezoeken. Aan een paar uur heb je zeker genoeg om het oude centrum, de Abdijkerk en de Kapel onder de Linden te zien. Ga ook zeker even zitten op een van de terrasjes, want je moet hier natuurlijk ook even genieten van een Limburgse vlaai.
Als je langer de tijd hebt en dus ook wat langer in het witte dorpje wilt vertoeven, is het een aanrader om in het natuurgebied in de omgeving te wandelen. De Koningssteen is de naam van het natuurgebied naast Thorn, op de Belgisch-Nederlandse grens. Je vindt er Koniks-paarden en Galloway-koeien. Ook het natuurgebied de Maasvallei is niet ver van Thorn.
Parkeren doe je buiten het centrum, want het oude stadje is een autoluw gebied. Aan de rand van het historische centrum zijn meerdere parkeerplaatsen, waar je betaald kan parkeren. Onze buggy lieten we in de auto liggen en onze baby namen wij mee in een draagzak. Het was geen bewuste keuze, maar achteraf wel heel erg verstandig met al die keitjes op de straten.
Wij bezochten Thorn op een zonnige maandag in oktober. Op maandagen bleek de Abdijkerk zelf helaas gesloten, maar misschien was dat ook wel de reden dat het witte dorpje zo rustig was. In het hoogseizoen schijnt het er wel erg druk te kunnen worden en wij zagen op de parkeerplaats ook parkeerplekken voor touringcars. We hebben ons laten vertellen dat vooral buitenlandse toeristen deze Hollandse ‘white washed town’ graag bezoeken.