Wie door het ruige noorden van Spanje reist, vindt in Cangas del Narcea een van de meest bijzondere plekken om te overnachten: Parador Monasterio de Corias. Dit historische klooster ligt tussen de bergen en wijngaarden van Asturië, net buiten het dorp. Geloof me: dit unieke kloosterhotel is een bestemming op zich.
Tijdens mijn persreis op uitnodiging van Turismo de Asturias sliep ik hier één nacht, en dat bleek een van de hoogtepunten van de trip. Slapen in een Spaanse parador stond al lang op mijn bucketlist, maar deze locatie overtrof alles. De sfeer is rustig en ingetogen, met kloostergangen, hoge plafonds en dikke muren die het verleden voelbaar maken. Tegelijk voelt het hotel verrassend modern, met ruime kamers, een goed restaurant en een stijlvolle spa.
Parador Monasterio de Corias wordt vaak genoemd als een van de mooiste Paradores van de regio en dat snap ik inmiddels goed. Lees in deze blog alles over mijn ervaring in dit unieke kloosterhotel in Spanje, inclusief tips voor de omgeving.

Waar ligt Parador de Corias?
Parador Monasterio de Corias ligt aan de rand van Cangas del Narcea, een gezellig bergdorp in het binnenland van Asturië. Vanaf Oviedo rijd je er in ruim anderhalf uur naartoe, via kronkelende wegen die steeds groener worden naarmate je dieper de vallei in rijdt.
Het klooster ligt net buiten het centrum, aan de rivier de Narcea, omringd door bossen en wijngaarden. Vanuit de Parador wandel je in een paar minuten naar het dorp, waar kleine winkels, cafés en wijnbarretjes op je wachten. In de omgeving vind je talloze wandelroutes, en het indrukwekkende bos van Muniellos ligt op minder dan een half uur rijden. Ook het biosfeerreservaat Fuentes del Narcea begint praktisch voor de deur.


Wat is een Parador?
Een parador is niet zomaar een hotel. Het is de Spaanse versie van een historisch droomhotel. Denk aan oude kloosters, kastelen of paleizen die zijn omgetoverd tot sfeervolle plekken waar je kunt logeren, eten en even helemaal tot rust komen. Het idee ontstond bijna honderd jaar geleden, toen Spanje een manier zocht om bijzondere gebouwen te redden en reizigers tegelijk iets unieks te bieden.
Inmiddels zijn er verspreid over het hele land meer dan negentig paradores, elk met een eigen stijl en verhaal. Wat ze delen: een vleugje geschiedenis, goed eten en een flinke dosis rust. Voor mij stond slapen in een parador al lang op mijn bucketlist, en ik heb inmiddels zelfs twee keer mogen ervaren dat dit volledig terecht was.


Een klooster met geschiedenis
Bij aankomst bij Parador Monasterio de Corias voel je meteen dat dit geen gewoon hotel is. Het complex werd in 1032 gesticht door de graven Piniolo en Aldonza en werd eeuwenlang bewoond door benedictijnen, later door dominicanen. Die laatste orde woont er trouwens nog steeds: het klooster is gesplitst in twee delen, waarbij de monniken nog altijd hun eigen vleugel gebruiken, terwijl de rest is omgevormd tot parador. In hun vleugel is bijvoorbeeld nog steeds een grote kerk te vinden die bij hen in gebruik heeft. Dat geeft het gebouw een bijzondere sfeer, alsof het verleden hier nog steeds leeft.
Bij de verbouwing bleek de oude hoofdingang aan de rivierkant onhandig, omdat er geen plek was om auto’s te parkeren. Daarom verplaatsten ze de entree naar de kant van de wijngaarden. Daar kwam een nieuwe parkeerplaats met uitzicht op de bergen. Tijdens de graafwerkzaamheden ontdekten archeologen resten van de allereerste kerk uit de elfde eeuw op deze plek. Die resten zijn nu samen met meer historische voorwerpen te zien in een museumruimte in de kelder, waar je letterlijk tussen de geschiedenis loopt.


Slapen tussen kloostermuren
Bij de receptie krijg ik mijn kamersleutel, en dat is dus echt een sleutel. Geen keycard, maar een ouderwetse, zware sleutel met een metalen label eraan. Ik ga een verdieping omhoog en loop door een indrukwekkend brede gang richting mijn kamer. De muren zijn dik, de plafonds hoog en alles voelt monumentaal. Naast mijn massief houten kamerdeur staan een paar houten Asturische klompen, de traditionele madreñas die boeren vroeger droegen om binnen hun huis schoon te houden. Zo’n klein, charmant detail dat helemaal past bij deze plek.
Achter de massieve houten deur ligt een kamer vol karakter, maar met het comfort van een modern luxehotel. Er zijn in totaal inmiddels 64 kamers, allemaal ruim en stijlvol ingericht. Mijn kamer had hoge ramen met houten luiken en uitzicht op de binnentuin. Een groot bed met mooi linnengoed, een luxe badkamer met ligbad en dubbele wastafel en die bijzondere sfeer die je alleen in historische gebouwen vindt. Een overnachting is naar mijn mening ook verrassend betaalbaar voor een luxehotel van dit niveau. Je kunt hier al overnachten vanaf € 80 nacht, afhankelijk van het seizoen.


Dineren in een kapel en ontspannen in de spa
Wat deze parador zo fijn maakt, is dat er meer te doen is dan alleen slapen. In het klooster lunchen en dineren we in een heerlijk restaurant, waar de keuken zich richt op lokale producten uit Asturië. Op het menu staan klassiekers als fabada asturiana, stoofgerechten met wild en kazen uit de streek. De wijnkaart is extra bijzonder, met wijnen van de wijngaarden rondom Cangas del Narcea. Je proeft hier letterlijk wat er buiten groeit.
Bovendien kun je ontspannen in de spa, die in de oude kloosterkelders is gebouwd. Er zijn twee binnenzwembaden en sauna, maar ook bedjes om even heerlijk te ontspannen. Ook de binnenplaats en de lounges nodigen uit om even te zitten met een boek of een glas wijn.
Bezoek ook zeker de prachtige bibliotheek waar je rustig kunt zitten met een boek, omringd door oude houten kasten en de geur van papier en historie. Wist je dat je hier gewoon een boek kunt meenemen? Het is opgezet als een ruilbibliotheek, dus je laat een gelezen boek achter en pakt een nieuw exemplaar mee. Zelfs enkele Nederlandstalige en Engelse boeken stonden op de plakken.
En voor wie meer wil weten over het gebouw zelf: elke dag kun je deelnemen aan een rondleiding. Daarbij bezoek je ook delen die normaal gesloten blijven, zoals de oude kloosterkerk. Zo krijg je een compleet beeld van de geschiedenis en de sfeer van deze bijzondere plek!


Wat te doen in Cangas del Narcea
Wie in Cangas del Narcea verblijft, zit midden in een van de groenste en minst toeristische regio’s van Asturië. Het historische dorp zelf is charmant, met smalle straatjes, stenen bruggen en een paar fijne cafés en wijnbarretjes. In het centrum vind je de kerk van Santa María Magdalena, het paleis van Omaña en verschillende huizen met wapenschilden die herinneren aan de rijkdom van vroeger.
Voor koffie en een uniek taartje is Manín een aanrader, een bakkerij die bekendstaat om haar ambachtelijke brood. In de zomer is een ijsje bij buurman bij Llamber, een zustermerk van Manín, bijna verplicht. Het ijs en de bonbons hebben meerdere prijzen gewonnen en maken elke stop in Cangas compleet. Wij kregen zelfs een persoonlijke rondleiding en hebben van al dat lekkers mogen proeven, wat echt een hoogtepunt werd van ons bezoek aan Cangas del Narcea.
De echte aantrekkingskracht ligt voor de meeste bezoekers echter in de natuur rondom het dorp. Vanuit Cangas rijd je in een half uur naar het natuurreservaat Muniellos, een beschermd oerbos dat op de Werelderfgoedlijst staat. Ook het biosfeerreservaat Fuentes del Narcea, Degaña e Ibias begint praktisch voor de deur. Verder zijn er in de omgeving kleine wijnhuizen die je kunt bezoeken, wandelroutes door bergdorpen en mooie uitzichtpunten.
Cangas del Narcea staat bovenal bekend als het enige wijngebied van Asturië. De wijnbouw hier gaat terug tot de middeleeuwen, toen de monniken van Corias begonnen met het aanplanten van druiven op steile berghellingen. Die traditie leeft nog steeds voort met wijngaarden die profiteren van een bijzonder microklimaat. Hier wordt de vino de Cangas gemaakt, een lokale wijn met een beschermde oorsprongsbenaming (d.o.p.). Een wijnproeverij hoort echt bij je bezoek. Wij deden die bij Bodega Monasterio de Corias, direct naast de parador.
Leuk weetje: ooit bevond deze wijnmaker zich in het kloostergebouw zelf! Dat was in de koele ruimtes waar je nu de twee zwembaden vindt.


Ik overnachtte bij Parador de Corias en bezocht Cangas del Narcea op een persreis in samenwerking met Turismo Asturias.