De Covadonga-meren in Nationaal Park Picos de Europa zijn zonder twijfel een van de mooiste plekken van Noord-Spanje. Hoog in de bergen, tussen rotswanden en groene weiden, liggen twee gletsjermeren die al generaties lang mensen naar boven trekken. Niet alleen vanwege het uitzicht, maar ook door de sfeer: rauw, puur en tegelijk verrassend toegankelijk.
Ik ben er inmiddels twee keer geweest. De eerste keer met mijn familie: baby, peuter, ouders en al. De tweede keer tijdens een persreis door Asturië. Twee totaal verschillende bezoeken, maar allebei onvergetelijk. Wat me vooral is bijgebleven, is hoe makkelijk je hier midden in de natuur staat, zonder dagen te hoeven hiken.
Of je nu komt om te wandelen, fotograferen, gewoon rond te kijken of een stukje cultuur mee te pakken: de Lagos de Covadonga stellen niet teleur. In deze blog lees je alles wat je moet weten voor een bezoek aan deze iconische plek.
In deze blog lees je precies wat je kunt verwachten van een bezoek aan de Lagos de Covadonga. Van leuke weetjes en achtergrondinformatie tot praktische tips en een wandelkaart.

Waar liggen de Covadonga-meren?
De Covadonga-meren liggen in het noorden van Spanje, in de regio Asturië, midden in het Nationaal Park Picos de Europa. Het zijn twee gletsjermeren, Lago Enol en Lago Ercina, op ruim 1.000 meter hoogte in het westelijke bergmassief van het park. Je bent hier omringd door kale rotspieken, groene weiden en een stilte die je zelden nog tegenkomt.
De meren liggen afgelegen, maar zijn tegelijk goed bereikbaar. De dichtstbijzijnde stad is Cangas de Onís, op zo’n twintig minuten rijden, en nog iets meer dichtbij ligt het bedevaartsoort Covadonga. Vanaf daar begint de weg omhoog: een smalle, bochtige route met flinke stijgingen en scherpe haarspeldbochten. Onderweg kijk je uit over diepe valleien en berghellingen vol grazende koeien. Het uitzicht wordt met elke kilometer spectaculairder.
Hoteltip: overnacht net als ik in het unieke kloosterhotel Parador de Cangas de Onis, een bucketlistervaring. Vanaf Cangas kun je gemakkelijk de meren van Covadonga en de rest van de Picos ontdekken.


Picos de Europa in het kort
De Picos de Europa zijn het oudste nationale park van Spanje en een van de oudste ter wereld. Het werd al in 1918 opgericht, toen nog onder de naam Parque Nacional de la Montaña de Covadonga. In 1995 kreeg het de huidige naam, toen het park werd uitgebreid tot wat het nu is: een uitgestrekt berggebied met hoge pieken, steile kloven en eindeloze bergweiden.
Lees meer: 15 hoogtepunten van Picos de Europa
Wat dit park bijzonder maakt, is niet alleen het landschap, maar ook het leven dat er nog steeds doorgaat. In plaats van compleet afgesloten natuur, zoals in veel andere nationale parken, vind je hier gewoon nog actieve dorpen, boerderijen en herders. Lokale boeren brengen in de zomer hun koeien en schapen naar de hoger gelegen weiden. Dat heet transhumance: een oude manier van veeteelt waarbij dieren meebewegen met de seizoenen. Die traditie is hier nooit verdwenen.
Als je hier wandelt, zie je dus niet alleen ruige natuur, maar ook koeien met bellen om hun nek, oude stenen hutten in de velden en paden die al eeuwen worden gebruikt. Het landschap maakt nog steeds onderdeel uit van het dagelijks leven.
De noordkant van het park, in Asturië, is het makkelijkst bereikbaar. Vanuit deze kant kom je ook uit bij de Covadonga-meren, een van de bekendste plekken van het park en een perfecte eerste kennismaking met deze bijzondere regio.

Over de Covadonga-meren, een letterlijk hoogtepunt in de Picos
De meeste mensen komen naar de meren van Covadonga voor het uitzicht. En dat is terecht. Op deze beroemde plek in de Picos zie je twee vanaf het juiste viewpoint helderblauwe meren liggen, omringd door groene hellingen, kale bergtoppen en koeien die rustig staan te grazen. Het is alsof je midden in een ansichtkaart bent beland.
De bekendste meren zijn Lago Enol en Lago Ercina. Samen vormen ze de Lagos de Covadonga, gelegen op ruim 1.000 meter hoogte in een oud gletsjerdal. Ze zijn ontstaan in de laatste ijstijd, toen gletsjers diepe kommen uitsleten in het kalksteenlandschap. Die geologische oorsprong zie je nog goed terug in de steile randen rondom de meren en de grillige vormen van de omliggende rotsen. Een derde meer, Lago Bricial, is meestal droog en vult zich alleen na zware regen of smeltwater.
Lago Enol is het grootste en diepste meer, met een diepte van bijna 25 meter. Aan de oever staat een klein kapelletje dat gewijd is aan de Virgen de Covadonga. Bij slecht weer wordt het Mariabeeld vanuit het dal naar boven gebracht, een traditie die nog steeds in ere wordt gehouden.
De Lagos de Covadonga zijn populair omdat ze meerdere dingen tegelijk bieden: een indrukwekkend landschap, een goed begaanbaar wandelgebied, levend cultureel erfgoed en een locatie die zonder veel moeite te bereiken is. Je hoeft geen ervaren bergwandelaar te zijn om hier te genieten, en dat maakt deze plek aantrekkelijk en goed toegankelijk voor een breed publiek. Van natuurliefhebbers en ervaren hikers tot dagjesmensen en gezinnen, iedereen vindt hier iets van waarde.


Wandelen bij de Covadonga-meren
De omgeving van de Covadonga-meren leent zich uitstekend voor een wandeling. Vooral het korte rondje rond de meren is goed aangelegd en geschikt voor vrijwel iedereen. Je hebt geen gids nodig, alleen goede schoenen en wat basisconditie.

De populairste route begint bij Lago Enol en loopt via het bezoekerscentrum Pedro Pidal en de voormalige mijn van Buferrera naar Lago de la Ercina. Maak ook zeker even een korte stop bij Mirador del Príncipe met een prachtig uitzicht op een groene vallei vol koeien. Vanaf Lago de la Ercina klim je verder naar Mirador de Entrelagos, het uitzichtpunt waar je beide meren tegelijk kunt zien. Daarna daal je af richting de parkeerplaats bij Lago Enol. Deze wandeling is ongeveer drie kilometer lang en volgt grotendeels duidelijke, brede paden.
Wist je dat: het vee hier alleen in de zomermaanden is? In het najaar vertrekken ze naar beneden, voordat de sneeuw komt. Als je goed luistert, hoor je dat ze allemaal een andere bel hebben. Iedere boer gebruikt een andere bel voor zijn vee, zodat hij ze op zijn gehoor kan herkennen en terugvinden.
Wie wat meer uitdaging zoekt, kan de grotere lus rondom Pico El Mosquital en Pico del Bricial maken. Deze route loopt ten zuiden van de meren over ruiger terrein, met meer hoogteverschil en smalle bergpaden. Je kunt ervoor kiezen om eerst het rondje via het bezoekerscentrum en de mijnen mee te pakken, of vanaf Entrelagos direct door te steken richting de zuidelijke hellingen. Het landschap opent zich hier verder en de kans dat je onderweg bijna niemand tegenkomt is groot.
Wil je echt het hooggebergte in, dan kun je vanaf hier ook zwaardere wandelingen maken, zoals richting de Refugio de Vega de Ario waar je ook kunt overnachten. Liever zonder zware hike bij de meren slapen? Vrijwel direct bij de meren ligt Refugio Vega de Enol. Een tocht dieper het hooggebergte in vraagt meer ervaring en conditie, maar levert indrukwekkende uitzichten op het centrale massief van de Picos de Europa. Dit is het rauwe hart van het park, met grillige rotspunten, diepe dalen en weinig beschutting. Alleen geschikt voor goed voorbereide wandelaars.
Welke route je ook kiest: het weer verandert snel, zeker op hoogte. Neem voldoende water mee, draag stevige schoenen en kleed je op alle omstandigheden.

Hoe bereik je de Covadonga-meren?
De route naar de Covadonga-meren begint in Cangas de Onís, een stadje in Asturië dat vaak als uitvalsbasis voor de Picos de Europa wordt gebruikt. Vanaf daar is het ongeveer 10 kilometer rijden naar het heiligdom van Covadonga. De weg is breed, goed onderhouden en het hele jaar door toegankelijk. Pas vanaf Covadonga begint de bergweg omhoog naar de meren. Die is smaller, stijgt flink en is op drukke dagen beperkt toegankelijk.
Van april tot begin oktober, en tijdens feestdagen, is deze bergweg overdag afgesloten voor particulier verkeer. De exacte data in voorjaar en najaar verschillen per jaar, afhankelijk van hoe feestdagen vallen, en kun je het beste vooraf opzoeken op de officiële website van Asturias. Die sluiting is echt fysiek: er staat gewoon een slagboom met personeel erbij. In die periodes rijdt er een pendelbus vanaf Cangas de Onís via Covadonga naar boven. Onderweg stopt de bus op meerdere grote parkeerplaatsen langs de route. De eindhalte is de parkeerplaats bij Lago Enol, direct aan het begin van het wandelgebied.
Wil je liever niet afhankelijk zijn van de bus, dan zijn er andere opties. Taxi’s staan klaar in Covadonga, maar zelfs in het laagseizoen stond bij de taxistandplaats al een rij. Beter regel je die vooraf en dat kan bijvoorbeeld ook vanaf je hotel in Cangas de Onís. Je kunt dan vaak direct bij je accommodatie instappen en hoeft niet te zoeken naar een van de zeer schaarse parkeerplekken in Covadonga. Een andere aanrader is een begeleide tour. Dat is niet alleen comfortabeler, maar je krijgt ook uitleg onderweg, kunt tijdens de weg omhoog stoppen bij de viewpoints én je kunt vertrekken op een tijdstip dat jou het beste uitkomt.
Tip: maak onderweg een stop bij de Mirador de la Reina, waar je bij mooi weer uitzicht hebt tot in het dal beneden.
Buiten het seizoen kun je in principe gewoon met je eigen auto omhoog rijden. De weg is dan open, tenzij het echt extreem druk is. In dat geval gaat de slagboom alsnog even dicht totdat er weer ruimte is boven. In de winter komt het bovendien voor dat de weg wordt afgesloten vanwege ijzel of sneeuw. Check dus altijd vooraf de actuele situatie.
Wat het hele jaar door kan, is naar boven wandelen of fietsen. De klim is populair bij wielrenners en je ziet in elk seizoen mensen omhoog lopen of fietsen zonder enige last van de beperkingsregels. Die beperking geldt namelijk alleen voor gemotoriseerd verkeer.
Zelf heb ik de route zowel met een gids als met de eigen auto gedaan, afhankelijk van het seizoen. Beide opties werkten prima, maar met een gids heb je net wat meer gemak en achtergrondinformatie.


Bezoek ook het Heiligdom van Covadonga
Voordat je bij de meren komt, rijd je langs een plek die je eigenlijk niet kunt overslaan: het heiligdom van Covadonga. Deze religieuze en historische plek ligt in een groene vallei aan de voet van de bergen en is al eeuwenlang een belangrijk symbool voor Asturië en voor Spanje als geheel.
Hier begon volgens de overlevering in de achtste eeuw de strijd tegen de islamitische overheersing. Pelayo, een lokale edelman, wist hier met een klein leger een Moorse aanval af te slaan. Die overwinning wordt gezien als het begin van de Reconquista (de eeuwenlange herovering van Spanje op de Moren) én van het koninkrijk Asturië, de eerste christelijke staat op het Iberisch schiereiland. Vanuit dit koninkrijk zou uiteindelijk het moderne Spanje ontstaan.
Pelayo zelf is overal in de regio nog zichtbaar. Zijn naam duikt op in straatnamen, standbeelden en schoolgebouwen, en het Kruis van Pelayo – een kruis met een cirkel eromheen – kom je werkelijk overal tegen: op vlaggen, gevels, T-shirts en zelfs op paaltjes langs de weg.
Het heiligdom bestaat uit twee belangrijke onderdelen. Boven op de heuvel staat de basiliek, een opvallend roze kerk gebouwd van lokaal kalksteen. Je bereikt hem via een pad of een korte tunnel door de rotsen. Daaronder, in een nis in de bergwand, ligt de Santa Cueva: de heilige grot. In die grot staat een klein Mariabeeld, de Virgen de Covadonga, die in Asturië enorm belangrijk is. Zelfs bij sportprestaties wordt ze niet vergeten: als de lokale voetbalclub kampioen wordt, brengen de spelers haar een shirt. Ook bij andere mijlpalen komen mensen hier om iets te vragen of juist te bedanken.
De hele plek heeft iets bijzonders, zelfs als je niks met religie hebt. De combinatie van rots, water, traditie en stilte maakt indruk. En het ligt direct aan de route omhoog, dus je hoeft er niets voor om te rijden.
Parkeren bij het heiligdom zelf is een uitdaging. Er zijn wel parkings, maar die zijn snel vol. Als je slim bent, parkeer je iets lager langs de route op een van de grote terreinen en neem je de shuttlebus omhoog. Of je regelt vooraf een taxi of tour, dan hoef je nergens op te letten en kun je gewoon ontspannen genieten.

Praktische tips voor je bezoek
Een bezoek aan de meren van Covadonga is goed te doen voor iedereen, maar een beetje voorbereiding helpt wel. Zeker als je iets meer wilt dan alleen een kort rondje rond het water.
Voor het kleine rondje rond Lago Enol en Lago de la Ercina heb je geen wandelschoenen nodig. De paden zijn breed, netjes aangelegd en vrijwel vlak. Wil je het grotere rondje lopen, of richting de hogere delen van het gebied, dan zijn stevige schoenen wél aan te raden. Er zitten daar meer stenen en hoogteverschil in de route.
Het weer is hier een verhaal apart. Een weerbericht zegt niet zo veel: het kan boven compleet anders zijn dan beneden en het weer kan hoog in de Picos razendsnel omslaan. Beter check je de livecamera’s boven bij de meren. Houd er wel rekening mee dat het weer onderweg alsnog kan omslaan. Onze gids gaf als vuistregel: in de ochtend heb je meestal de beste kans op helder weer. Hoe later op de dag, hoe groter de kans op wolken of mist.
Qua voorzieningen zit je hier verrassend goed. Er zijn twee grote parkeerplaats, bij ieder meer een, en er is wat horeca en je vindt toiletten. Als het slecht weer is, kun je schuilen bij het bezoekerscentrum. Er is een 3D-kaart van de Picos-bergen te zien en alle landschappen van het gebergte zijn er nagebouwd. Bij het bezoekerscentrum bij Lago Enol heb je bovendien een groot picknickveld, waar je een goede lunchpauze kunt nemen.
Zwemmen of vissen in de meren is niet toegestaan. Het gebied is beschermd en daar wordt op toegezien.
Tot slot: als je het rustig wilt hebben, vertrek dan zo vroeg mogelijk. In de vroege ochtend is het niet alleen stiller, maar heb je ook de grootste kans op mooi zicht over het landschap.


Beste reistijd voor de Covadonga-meren
De beste periode om de meren van Covadonga te bezoeken is van mei tot en met oktober. In deze maanden is de kans op goed weer het grootst, zijn de wandelpaden goed begaanbaar en is het landschap op z’n mooist. In juli en augustus is het wel druk, vooral midden op de dag en in het weekend. Wie vroeg vertrekt, ontwijkt de meeste drukte.
Zelf ben ik twee keer in oktober geweest en had beide keren veel geluk met het weer. Heldere lucht, goed zicht en aangename temperaturen. Het seizoen loopt dan eigenlijk al op z’n einde, maar oktober kan dus verrassend goed uitpakken, als je een beetje geluk hebt.
Het voorjaar, vooral mei en juni, is ook een fijne tijd. De bergweiden staan vol bloemen en het is vaak nog rustig. In september is het landschap nog steeds groen, maar zijn de grootste bezoekersstromen al voorbij.
In de winter en het vroege voorjaar is het lastiger in te schatten. De weg omhoog wordt soms afgesloten bij sneeuw of ijzel en boven kan het echt koud zijn. Toch heeft het gebied ook dan een bepaalde aantrekkingskracht. Mist, stilte en een kaal berglandschap zorgen voor een compleet andere sfeer.
Welke maand je ook kiest, in de ochtend is de kans op helder weer het grootst. Wolken en mist trekken vaak later op de dag het gebied in. Wie vroeg op pad gaat, heeft dus niet alleen meer ruimte om zich heen, maar ook de beste kans op uitzicht.

Ik bezocht eerder zelf de Lagos de Covadonga en keerde twee jaar later terug in samenwerking met Turismo Asturias.