Denk je aan Sardinië, dan zie je waarschijnlijk witte stranden, azuurblauw water en ruige kusten voor je. Klopt helemaal. Maar Noord-Sardinië heeft nog zoveel meer te bieden. Van middeleeuwse stadjes en mysterieuze prehistorische bouwwerken tot natuurlijke warmwaterbronnen en een van de diepste kloven van Europa – dit deel van het eiland zit vol verrassingen.
Slenter door de kleurrijke straatjes van Bosa, ontdek de Catalaanse invloeden in Alghero, of vaar langs de paradijselijke baaien van de La Maddalena-archipel. Voor actieve reizigers is er een indrukwekkende kloof die je het gevoel geeft dat je in een andere wereld bent beland. En voor de ultieme strandervaring vind je hier paradijselijk, witte stranden met prachtig blauw water, een droom!
Of je nu op zoek bent naar cultuur, natuur of ontspanning, je kunt het in Noord-Sardinië moeiteloos in een vakantie combineren. Lees in deze blog over de mooiste plekken van Noord-Sardinië die je absoluut niet mag missen!



Noord- of Zuid-Sardinië: welk deel is mooier?
Een vraag die elke Sardinië-ganger vroeg of laat stelt: welk deel is mooier, het noorden of het zuiden? Het antwoord? Dat hangt helemaal af van wat je zoekt. Beide regio’s zijn prachtig, maar ze hebben elk hun eigen sfeer, landschap en hoogtepunten.
Noord-Sardinië is de plek waar luxe en natuur hand in hand gaan. Hier ligt de wereldberoemde Costa Smeralda, waar megajachten dobberen in de havens van Porto Cervo en waar de stranden eruitzien alsof ze rechtstreeks uit een reisbrochure komen. Maar het noorden is meer dan alleen glitter en glamour. De La Maddalena-archipel is een droom voor eilandhoppers, met verborgen baaien en water dat zo helder is dat het bijna nep lijkt. Alghero, met zijn Catalaanse invloeden, biedt een perfecte mix van cultuur en strand, en het middeleeuwse Castelsardo voelt alsof je door een Italiaanse filmset wandelt. Voor ruigere natuur trek je naar Costa Paradiso, waar dramatische rotsformaties de kustlijn domineren. En dan is er nog Spiaggia La Pelosa bij Stintino, een strand dat zonder overdrijving tot de mooiste van Europa behoort.
Zuid-Sardinië voelt authentieker, minder toeristisch en een tikje ruiger. Hier vind je net zulke spectaculaire stranden met Caribisch ogende water. En wat dacht je van het spectaculaire Spiaggia di Piscinas, waar hoge zandduinen direct in de zee uitmonden? De hoofdstad Cagliari heeft een heel leuke sfeer, met een mix van historische monumenten, kleurrijke markten en gezellige stranden. Het binnenland herbergt bijzondere plekken zoals Su Nuraxi di Barumini, een prehistorische Nuraghe-site, en de hoogvlakte Giara di Gesturi, waar wilde paarden vrij rondlopen. Zuid-Sardinië is meestal rustiger, vriendelijker geprijsd en ideaal voor wie een mix van cultuur, natuur en ontspanning zoekt.
Leestip: 15 mooiste plekken van Zuid-Sardinië
Dus, welk deel is mooier? Hou je van levendige badplaatsen, spectaculaire stranden en een vleugje luxe? Dan is toeristische Noord-Sardinië jouw plek. Op dit deel van het eiland ligt voor veel toeristen de focus. Zoek je meer rust, ruige natuur en ongerepte stranden? Dan is het meer rustige Zuid-Sardinië perfect. Persoonlijk vond ik het noorden het mooiste, maar Sebastiaan juist het zuiden en merkten we allebei op dat we in het midden ook een aantal must-see pareltjes bezochten.
Overigens hoef je niet te kiezen. Met een huurauto en een beetje planning kun je beide kanten van het eiland ontdekken – en zelf bepalen welk deel jouw favoriet is.



Waar te verblijven in Noord-Sardinië?
Noord-Sardinië heeft voor iedereen een perfecte slaapplek, of je nu gaat voor luxe, natuur of een sfeervol stadje. Waar je het beste verblijft, hangt af van wat je zoekt.
Wil je omringd worden door luxe en exclusiviteit? Dan is de Costa Smeralda jouw plek. In Porto Cervo en Baia Sardinia slaap je in vijfsterrenhotels, stijlvolle designvilla’s en resorts met privéstranden. Hier dobberen de jachten in de haven, nip je van een cocktail met uitzicht op zee en rol je vanaf je ligbed zo het helderblauwe water in.
Liever de charme van een historisch stadje? Kies dan voor Alghero, Castelsardo of Bosa. Hier verblijf je in sfeervolle boetiekhotels of kleinschalige B&B’s, midden in het oude centrum. Perfect als je houdt van slenteren door smalle straatjes, eten bij authentieke trattoria’s en ’s avonds de zon onder zien gaan vanaf een gezellig plein.
Voor rust, natuur en een landelijke sfeer zijn er agriturismo’s, idyllische verblijven op werkende boerderijen. Vooral rond Tempio Pausania, Santa Teresa di Gallura en in de regio Gallura vind je prachtige plekjes tussen de wijngaarden en olijfbomen. Hier proef je huisgemaakte Sardijnse specialiteiten en word je wakker met uitzicht op de bergen.
Gek op stranden en eilandhoppen? Dan is La Maddalena, het belangrijkste stadje op de La Maddalena-eilandengroep, ideaal. Vanuit de havenstad La Maddalena pak je de boot naar de mooiste baaien en ongerepte stranden van de archipel. Een paradijs voor wie houdt van azuurblauw water en verlaten eilandjes.
Zoek je een centrale uitvalsbasis? Dan zijn Olbia en Sassari slim gekozen. Deze steden zijn goed bereikbaar, hebben genoeg voorzieningen en liggen perfect voor dagtrips naar zowel de kust als het binnenland.



Toeristische kaart van Noord-Sardinië
De 17 mooiste plekken van Noord-Sardinië
#1 Castelsardo
Stel je een middeleeuws stadje voor, hoog op een rots met uitzicht op de diepblauwe Middellandse Zee. Smalle straatjes slingeren omhoog, langs pastelkleurige huizen en gezellige pleintjes. Op de top prijkt een kasteel dat al sinds de dertiende eeuw over de kust waakt. Welkom in Castelsardo, een van de mooiste plekken in Noord-Sardinië.
Deze stad werd in 1270 gesticht door de machtige Doria-familie uit Genua, die strategisch een fort bouwde om de kustlijn te verdedigen. Dat kasteel, Castello dei Doria, is nog steeds in topvorm en huisvest het Museo dell’Intreccio Mediterraneo, waar je alles leert over de Sardijnse mandvlechtkunst. Je ziet in Castelsardo nog altijd vrouwen manden vlechten – een ambacht dat hier al eeuwenlang wordt doorgegeven.
Loop je verder, dan kom je bij de kathedraal van Sant’Antonio Abate, een prachtig bouwwerk uit de zestiende eeuw met een opvallende majolicakoepel. Binnen zie je fresco’s en een altaarstuk van de mysterieuze Meester van Castelsardo, een anonieme schilder uit de vijftiende eeuw. Vanaf het plein naast de kathedraal heb je een panoramisch uitzicht over de haven van Castelsardo en de Golf van Asinara, vooral magisch bij zonsondergang.
Even buiten de stad ligt de Roccia dell’Elefante, een gigantische rots die – je raadt het al – eruitziet als een olifant. Maar deze rots is niet zomaar een natuurverschijnsel. Binnenin bevinden zich prehistorische graftombes. Ze worden ook wel Domus de Janas (huizen van de feeën) genoemd en zijn meer dan vierduizend jaar oud.
Castelsardo is het hele jaar door een bezoek waard. In de zomer bruist het van de festivals en markten, terwijl het in het voor- en najaar juist heerlijk rustig is. Tijdens ons winterbezoek hadden we het zonnige stadje zelfs helemaal voor onszelf! De wandeling door de stad is soms steil, maar geloof ons: de sfeer en de uitzichten maken elke stap de moeite waard.



#2 Costa Smeralda
Denk aan witte zandstranden, turkooisblauw water en luxe jachten die dobberen in de zon. Voeg daar exclusieve resorts, designerwinkels en een flinke dosis glamour aan toe, en je hebt de Costa Smeralda – het meest chique stukje Sardinië.
Deze kuststrook werd in de jaren zestig omgetoverd tot een high-end vakantiebestemming door Aga Khan IV, die een toevluchtsoord wilde creëren voor de internationale jetset. Sindsdien komen de rich and famous hier samen in Porto Cervo, het kloppend hart van de Costa Smeralda. In de haven liggen jachten ter waarde van miljoenen, en de terrasjes zitten vol met beroemdheden en zakenmagnaten.
Maar deze Sardijnse Smaragdkust draait niet alleen om luxe. De stranden hier behoren tot de mooiste van het eiland. Spiaggia del Principe, Capriccioli en Liscia Ruja hebben kristalhelder water en fijn wit zand. Dankzij de granieten rotsformaties en het ondiepe water lijkt het soms alsof je in een tropisch paradijs bent beland.
Voor wie even iets anders wil dan strand en cocktails, zijn er ook historische plekken te ontdekken. Vlakbij Arzachena liggen eeuwenoude nuraghe-torens en de mysterieuze Tomba dei Giganti Coddu Vecchiu, een reusachtige graftombe uit de bronstijd.
Het hoogseizoen (juli en augustus) trekt hordes bezoekers en hoge prijzen. Wie in alle rust van de Costa Smeralda wil genieten, komt beter in mei, juni of september. De dichtstbijzijnde luchthaven is die van Olbia, op ongeveer een half uur rijden.



#3 La Maddalena-archipel
Voor de kust van Noord-Sardinië ligt een verborgen juweeltje: de La Maddalena-archipel. Dit natuurparadijs, bestaande uit zeven grote en tientallen kleine eilanden, is een van de mooiste plekken van Italië.
Het grootste eiland, La Maddalena, heeft een mooie havenstad met kleurrijke huizen en gezellige terrasjes. Hier kun je slenteren door smalle straatjes, genieten van verse vis en de relaxte eilandsfeer opsnuiven. Via een lange brug bereik je vanaf het hoofdeiland het nabijgelegen Caprera, het eiland waar de beroemde Italiaanse vrijheidsstrijder Giuseppe Garibaldi zijn laatste jaren doorbracht. Zijn voormalige huis is nu een museum en een van de belangrijkste bezienswaardigheden van de archipel.
Een van de meest spectaculaire stranden is Spiaggia Rosa op het eiland Budelli. Dit strand heeft – zoals de naam al doet vermoeden – roze zand, een zeldzaam natuurfenomeen veroorzaakt door microscopisch kleine koraal- en schelpresten. Om het strand te beschermen, is het verboden om hier te zwemmen of zand mee te nemen. Budelli is alleen per boot bereikbaar; tijdens een tour kun je het prachtige strand vanaf het water bewonderen.
Andere topplekken zijn Cala Coticcio op Caprera, beter bekend als ‘Little Tahiti’ vanwege het kristalheldere water, en Cala Granara op Spargi, een verborgen parel met hagelwit zand.
Je bereikt de archipel per boot. Vanuit Palau vertrekken dagelijks excursies naar de mooiste baaien en eilanden. Je kunt ook een eigen boot huren, met of zonder schipper, om de archipel op je eigen tempo te ontdekken. Wij namen zelf vanaf Palau de ferry naar het eiland. Een ticket voor een persoon is niet duur, maar wij namen ook onze camper mee en die tickets zijn wel een stuk prijziger.
Omdat de La Maddalena-archipel een beschermd natuurgebied is, gelden er strikte regels. Drones zijn verboden, en op sommige stranden mag je niet eens je handdoek op het zand leggen om de natuur te beschermen. Wildkamperen met onze camper was er ook niet toegestaan (behalve bij de grote parkeerplaats vlakbij de Conad) en bepaalde wegen zijn zelfs verboden voor campers. De beste reistijd is tussen mei en september, wanneer het weer perfect is en het water op zijn mooist.



#4 Alghero
Alghero is een stad met een heel eigen karakter. Gelegen aan de noordwestkust van Sardinië, voelt het hier anders dan de rest van het eiland. Dat komt doordat Alghero in de veertiende eeuw door de Catalanen werd veroverd, en die invloed is nog overal merkbaar. De straatnamen zijn tweetalig, sommige inwoners spreken een Catalaans dialect en de architectuur heeft een duidelijke Spaanse touch.
Het oude centrum is een doolhof van smalle steegjes, levendige pleintjes en dikke stadsmuren die direct aan zee liggen. Hier vind je de gotische kathedraal van Santa Maria, gebouwd in de zestiende eeuw, met een imposante klokkentoren die je kunt beklimmen voor een waanzinnig uitzicht. Ook de verdedigingstorens, zoals de Torre del Sulis en de Torre di San Giovanni, herinneren aan de tijd dat Alghero een strategische stad was.
Langs de haven liggen restaurants waar je vers gevangen kreeft eet – een specialiteit van Alghero, bekend als aragosta alla catalana. Slenter je verder langs de boulevard, dan kom je bij het Bastione della Maddalena, een perfecte plek om de zonsondergang te bewonderen.
Een absolute must-see is de Grotte di Nettuno, een indrukwekkend grottenstelsel vol stalactieten en stalagmieten. Je bereikt deze grot per boot vanuit Alghero of na een ritje met je (huur)auto via de Escala del Cabirol, een trap met maar liefst zeshonderd treden die tegen de kliffen is uitgehouwen. De wandeling naar beneden (en weer omhoog!) is pittig, maar de uitzichten onderweg zijn fenomenaal.
Alghero heeft bovendien prachtige stranden in de omgeving. Maria Pia en Le Bombarde zijn ideaal voor een ontspannen dag aan zee. De stad is het hele jaar door een heerlijke bestemming, maar vooral in de lente en nazomer is het hier op z’n best.


#5 Costa Paradiso
Alsof een kunstenaar hier met een gigantische penseelstreek roodoranje verf over de kust heeft gesmeten – zo ziet Costa Paradiso eruit. Een ruige, surrealistische kustlijn vol grillige rotsformaties die spectaculair afsteken tegen het kristalheldere water. Dit is geen strak aangelegd resortgebied met boulevards en luxe hotels. Nee, hier is het de natuur die de show steelt.
Costa Paradiso ligt aan de noordwestkust van Sardinië en voelt als een goed bewaard geheim. Geen massatoerisme, maar verborgen baaien, intieme strandjes en een landschap dat zo uit een sciencefictionfilm lijkt te komen. De beroemdste plek hier is Li Cossi, een strand dat verscholen ligt tussen torenhoge kliffen en alleen te voet bereikbaar is via een smal pad langs de rotsen. De wandeling ernaartoe is al een belevenis op zich en een van onze hoogtepunten van Sardinië. Het pad gaat overigens nog verder dan Li Cossi en we raden je aan om vooral verder te trekken voor nog meer mooie uitzichten.
Het heldere water en de ruige rotsformaties schijnt Costa Paradiso tot een droomplek voor snorkelaars en duikers te maken. De zee zit hier vol kleurrijke vissen, zee-egels en als je geluk hebt, spot je zelfs een octopus die zich schuilhoudt tussen de rotsen. Boven water is het landschap minstens zo indrukwekkend: rotsformaties met namen als La Tartaruga en La Sfinge, vanwege hun gelijkenis met respectievelijk een schildpad en de sfinx.



#6 Grotte di Nettuno
Stel je voor: een gigantisch grottenstelsel, diep verborgen in de kliffen van Capo Caccia, gevuld met enorme stalactieten en stalagmieten. De Grotte di Nettuno is een van de meest spectaculaire natuurverschijnselen van Sardinië en een absolute must-see als je in de buurt van Alghero bent.
Je hebt twee opties om er te komen. De eerste – en meest ontspannen – manier is per boot vanuit de haven van Alghero. Terwijl je langs de steile rotswanden vaart, ontvouwt zich een waanzinnig uitzicht over de grillige kustlijn. De tweede optie is voor de avonturiers: een afdaling via de Escala del Cabirol, een steile trap met zeshonderd treden die zich als een slinger langs de klif naar beneden kronkelt. Een flinke klim op de terugweg, maar de uitzichten onderweg maken alles goed.
Eenmaal in de grot leidt een pad je langs een reeks indrukwekkende kamers. De Sala Reggia is de blikvanger, met massieve druipsteenformaties die lijken op kandelaren en pilaren van een ondergronds paleis. In het hart van de grot ligt Lago La Marmora, een kristalhelder ondergronds meer dat zo stil is dat het de rotsformaties perfect weerspiegelt.
De Grotte di Nettuno werd in de achttiende eeuw ‘ontdekt’ door vissers, maar was waarschijnlijk al in de prehistorie bekend. De naam verwijst naar Neptunus, de Romeinse god van de zee – en het zou niet verbazen als hij hier ooit zelf heeft rondgedwaald.
Deze grot is populair, dus in het hoogseizoen kan het hier behoorlijk druk worden. De beste tijd om te gaan? Vroeg in de ochtend of later in de middag, als de grootste toeristenstroom voorbij is. Let erop dat de grot bij slecht weer gesloten kan worden.

#7 Bosa
Sommige plekken lijken speciaal gemaakt voor ansichtkaarten, en Bosa is er daar zeker een van. Dit charmante stadje ligt aan de oevers van de rivier de Temo en is een kleurrijke verrassing aan de westkust van Sardinië. Felgekleurde huizen klimmen tegen de heuvel op, met als kroonjuweel Castello Malaspina, een middeleeuws fort dat hoog boven alles uittorent.
Bosa is een van de weinige steden in Sardinië die aan een rivier ligt, en dat geeft het een uniek karakter. De Temo was eeuwenlang een belangrijke handelsroute, en nog steeds dobberen hier vissersbootjes terwijl bewoners hun was ophangen aan balkons die uitkijken over het water.
Bovenaan de stad ligt Castello Malaspina, gebouwd in de twaalfde eeuw. De klim omhoog is steil, maar het uitzicht over Bosa, de rivier en de kust is fenomenaal. Binnenin het kasteel vind je de kapel van Nostra Signora di Regnos Altos, met prachtige fresco’s uit de veertiende eeuw.
Het oude centrum van Bosa is een doolhof van smalle straatjes, trappen en pleintjes. Hier vind je ambachtslieden die filet borduurwerk maken, een lokale specialiteit die al generaties lang wordt doorgegeven. In de kleine trattoria’s proef je traditionele gerechten zoals bottarga (gezouten en gedroogde viskuit) en maloreddus, een Sardijnse pastasoort.
Op een paar kilometer van het stadje ligt Bosa Marina, een rustig kustplaatsje met een breed zandstrand. Hier kun je even afkoelen na een dag struinen door de straatjes van Bosa.
Wil je de stad op z’n best meemaken? Kom dan in februari, wanneer hier een van de meest authentieke carnavalsvieringen van Sardinië plaatsvindt. Verwacht maskers, optochten en feesten die tot diep in de nacht doorgaan.


#8 Gola di Gorropu
Voor wie houdt van ruige natuur en avontuur is er één plek in Noord-Sardinië die je absoluut niet mag missen: Gola di Gorropu. Deze spectaculaire kloof, soms ‘de Grand Canyon van Europa’ genoemd, is een van de diepste en meest indrukwekkende kloven van het continent. Op sommige plekken reiken de rotswanden tot wel 500 meter hoog.
De kloof ligt in het Supramonte-gebergte, een gebied vol dramatische kalksteenformaties en steile kliffen. Je kunt er alleen te voet komen. Er zijn verschillende wandelroutes, maar de populairste begint bij het Hotel Su Gorropu. Vanaf daar wandel je steil naar beneden door een ruig en rotsachtig landschap, langs kurkeiken en mediterrane struiken. De tocht naar de kloof duurt ongeveer twee tot drie uur, afhankelijk van je tempo. Reken erop dat je dit na afloop ook weer omhoog moet klimmen.
Eenmaal bij de ingang van de kloof sta je oog in oog met gigantische kalkstenen muren. Binnenin Gorropu vind je enorme rotsblokken en kristalhelder water dat door de diepe geulen stroomt. Het is een ontzettend indrukwekkend gezicht en de pittige hike helemaal waard. Heb je toch liever die spectaculaire ervaring zonder jezelf flink in het zweet te werken? Er worden ook jeeptours aangeboden die je tot vlakbij de kloof kunnen brengen.


#9 Fontana Termale di Castel Doria
Stel je voor: midden in het ruige binnenland van Sardinië, tussen glooiende heuvels en de kronkelende rivier de Coghinas, borrelt warm water rechtstreeks uit de aarde omhoog. Geen chique wellnessresort, geen overdekte spa – gewoon een natuurlijke thermale bron in de buitenlucht. Dat is de Fontana Termale di Castel Doria, een van de best bewaarde geheimen van Noord-Sardinië.
De Romeinen waren hier al duizenden jaren geleden fan van. Ze geloofden dat het mineraalrijke water helende krachten had en bouwden hier hun badhuizen. Tegenwoordig kun je nog steeds genieten van een warm bad in de natuurlijke poelen langs de rivier, waar het water een constante temperatuur van veertig graden heeft. Perfect om even te ontspannen na een dag vol sightseeing.
Vlakbij liggen de ruïnes van het oude Castel Doria, een middeleeuws kasteel dat ooit werd gebouwd door de machtige Doria-familie uit Genua. Hoewel er niet veel meer van over is, bieden de overgebleven muren een waanzinnig uitzicht over de groene vallei van de Coghinas.
De Fontana Termale di Castel Doria ligt op ongeveer tien kilometer van Santa Maria Coghinas. Er zijn wellnesscentra in de buurt die gebruik maken van dit thermale water, maar voor de ultieme ervaring dompel je jezelf onder in de natuurlijke baden langs de rivier. Gratis, puur natuur en zonder toeristische poespas.
Tip: reis je net als wij met de camper en heb je een voorkeur voor wildkamperen? Wij hebben hier, tegelijk met een aantal andere camperaars, een heerlijke nacht doorgebracht.


#10 De Nuraghe van Noord-Sardinië
Overal op Sardinië kom je ze tegen: nuraghe, mysterieuze stenen torens die al duizenden jaren oud zijn. Deze prehistorische bouwwerken, uniek voor het eiland, zijn de stille getuigen van een oude beschaving waar we nog steeds niet alles over weten. Waren het forten? Tempels? Wachtposten? Niemand weet het precies. Maar één ding is zeker: ze zijn fascinerend.
Noord-Sardinië heeft enkele van de indrukwekkendste nuraghe van het eiland. De absolute must-see is Nuraghe Santu Antine, in de Nuraghevallei van Torralba. Dit bouwwerk uit ongeveer 1600 voor Christus is een van de grootste en best bewaarde nuraghe op het eiland. Met zijn dikke stenen muren, smalle doorgangen en een ingenieus systeem van kamers en trappen is het een indrukwekkend staaltje prehistorische architectuur. Vanaf de top heb je een waanzinnig uitzicht over het omringende landschap.
Dichter bij de Costa Smeralda, in de buurt van Arzachena, ligt een ander fascinerend nuraghe-complex. Nuraghe Albucciu is bijzonder vanwege zijn ovaalvormige structuur, iets wat je bij weinig andere nuraghe ziet. Archeologen denken dat het deels een fort en deels een woonruimte was. Op korte afstand liggen ook de Tomba dei Giganti Coddu Vecchiu en Tomba dei Giganti Li Lolghi, gigantische graftombes waarvan men vroeger dacht dat er reuzen begraven lagen. Ze dateren uit de bronstijd en dienden waarschijnlijk als collectieve begraafplaatsen. Vlakbij vind je ook Tempio di Malchittu, een zeldzaam voorbeeld van een nuraghische tempel, verscholen tussen de rotsen.
Wat de functie van de nuraghe precies was, blijft een raadsel. Maar één ding is duidelijk: deze bouwwerken zijn een essentieel onderdeel van de geschiedenis en cultuur van Sardinië. Wat ons betreft, is het dan ook een must om een of twee nuraghe aan je reisroute voor Sardinië toe te voegen.


#11 Stintino & Spiaggia La Pelosa
Sommige stranden zijn zo mooi dat je bijna denkt dat ze nep zijn. Spiaggia La Pelosa, vlak bij het vissersdorp Stintino, is zo’n plek. Witter dan wit zand, water in alle tinten blauw en een lagune die zo ondiep en helder is dat het bijna lijkt alsof je in een infinity pool zwemt. Dit is zonder twijfel een van de meest paradijselijke stranden van Sardinië – en misschien zelfs van heel Europa.
La Pelosa heeft een bijna tropische uitstraling, maar met een unieke Sardijnse touch. Voor de kust ligt een kleine wachttoren, de Torre della Pelosa, die in de zestiende eeuw werd gebouwd om piraten tegen te houden. Tegenwoordig is het een van de meest gefotografeerde plekken van het eiland.
Maar schoonheid heeft een prijs. La Pelosa is zo populair dat er in de zomermaanden een bezoekerslimiet geldt. Om de natuur te beschermen, moet je van tevoren online een toegangsbewijs reserveren en verplicht een rieten matje onder je handdoek leggen, zodat het kwetsbare zand niet verdwijnt. Wie geen zin heeft in die drukte, kan beter vroeg in de ochtend gaan of het strand bezoeken buiten het hoogseizoen in mei, juni of september.
Gelukkig zijn er in de buurt ook rustiger alternatieven. Spiaggia delle Saline, een paar kilometer verderop, biedt dezelfde kraakheldere zee maar met een stuk minder mensen. Wij bezochten beide stranden en vonden dit strand eigenlijk even bijzonder. Dit is bijvoorbeeld geen strand met zijdezacht wit zand, maar met heel kleine, perfect ronde, witte steentjes. Tussen het strand en de parkeerplaatsen zagen we bovendien talloze flamingo’s in de zoutwatermeertjes staan.
Het dorpje Stintino zelf is klein en sfeervol, met een haven vol kleurrijke vissersboten en enkele uitstekende visrestaurants. Hier eet je verse tonijn, bottarga en fregola ai frutti di mare terwijl je uitkijkt over de haven. Stintino is bovendien een perfecte uitvalsbasis voor een bezoek aan het ongerepte eiland Asinara, een voormalig gevangeniseiland dat nu een beschermd natuurgebied is.

#12 Rena Majori Beach
Niet ver van Santa Teresa di Gallura ligt Rena Majori, een strand dat bijna te mooi is om waar te zijn. Denk aan fijn, wit zand dat tussen je tenen glijdt, helderblauw water dat uitnodigt tot een duik en een uitgestrekt duingebied dat alles een wilde, natuurlijke uitstraling geeft. Hier geen rijen strandstoelen of hippe beachclubs, maar rust, ruimte en natuur.
In tegenstelling tot de populaire stranden van de Costa Smeralda is Rena Majori een oase van kalmte. De baai wordt omgeven door lage kliffen en zandduinen vol geurige mediterrane begroeiing. Je kunt daar overigens ook mooi wandelen, al hebben we dat zelf niet gedaan. Het water is ondiep en kristalhelder, perfect voor snorkelen of gewoon lekker dobberen. En op heldere dagen kun je in de verte Corsica zien liggen.
Omdat het strand deel uitmaakt van een beschermd natuurgebied, zijn er geen grote voorzieningen. Je vindt een parkeerplaats op loopafstand en in het nabijgelegen dorpje een paar restaurants en cafés. In de zomer is er op het strand ook een strandtent te geopend.

#13 Grotta di Ispinigoli
Alsof de aarde haar eigen geheime kathedraal heeft gebouwd: dat is de Grotta di Ispinigoli. Diep verborgen in het ruige binnenland bij Dorgali vind je hier een van de spectaculairste grotten van Sardinië. De blikvanger? Een kolossale stalactiet-stalagmietformatie van maar liefst 38 meter hoog – een van de grootste in Europa. Zodra je de grot binnenstapt, voelt het alsof je in een reusachtige natuurtempel bent beland met druipstenen pilaren en een diepte van wel 50 meter.
Via een ondergrondse opening is Grotta di Ispinigoli verbonden met een diep gangenstelsel, de Abisso delle Vergini – letterlijk ‘de Afgrond van de Maagden’. Volgens oude legendes werden hier in de tijd van de Feniciërs jonge vrouwen geofferd, maar volgens mijn gids was dit niet meer dan een volksverhaal. Wel is deze 50 meter diepe grot verbonden met nog een verticale grot van 60 meter en daaronder een kilometers lang, uitgestrekt horizontaal gangenstelsel. Bij het verkennen van die tweede, 60 meter diepe grot kwam ooit een speleoloog om het leven.
Een bezoek aan de grot is een klein avontuur op zich. Een gids leidt je via een smalle trap steeds dieper de koele grot in, terwijl je langs bizarre rotsformaties wandelt. De temperatuur blijft hier het hele jaar door rond de zestien graden. De beste tijd om de grot te bezoeken? In de ochtend of namiddag, als het er minder druk is. Vermijd ook liever regenachtige dagen, want dan lijken alle toeristen te willen schuilen in dit soort grotten. Op zijn drukst kunnen groepen tot wel 100 man groot zijn. Ikzelf bezocht de grot in het laagseizoen en kreeg samen met een andere bezoeker een privérondleiding, heel bijzonder! Helaas mag je binnen geen foto’s maken.
#14 Golf van Orosei & Cala Gonone
De Golf van Orosei is Sardinië op z’n ruigst en mooist. Hier geen strak aangelegde resorts of gemakkelijke strandtoegangen, maar een spectaculaire kustlijn vol steile kliffen, verborgen grotten en stranden die zo afgelegen zijn dat je er alleen met een boot of na een flinke hike kunt komen. Dit is de plek waar de bergen rechtstreeks in de zee lijken te storten en waar de natuur de baas is.
De beste uitvalsbasis om dit paradijs te verkennen is het kleine stadje Cala Gonone. Vanuit de haven vertrekken dagelijks boottochten naar de mooiste stranden van de Golf van Orosei. Cala Luna, Cala Mariolu en Cala Goloritzé zijn de beroemdste – en dat is niet zonder reden. Cala Luna wordt omringd door indrukwekkende grotten, Cala Mariolu heeft water dat zó helder is dat de boten er lijken te zweven, en Cala Goloritzé is gewoon een ansichtkaart die tot leven komt, compleet met een gigantische kalkstenen rotspilaar die uit de zee oprijst.
Geen zin om de boot te pakken? Dan is de hike naar Cala Goloritzé een aanrader. De tocht duurt ongeveer anderhalf uur en gaat dwars door het Supramonte-gebergte, een ruig landschap vol eeuwenoude steeneiken en geurige kruiden. Het pad eindigt bij een van de mooiste stranden van Italië, waar je na die flinke wandeling dubbel en dwars verdient om in het azuurblauwe water te plonsen.
Voor de echte avonturiers is er ook nog de Grotta del Bue Marino, een indrukwekkend grottenstelsel waar vroeger de zeldzame mediterrane monniksrob leefde. Per boot vaar je hier langs stalactieten die in het water reflecteren, terwijl je gids verhalen vertelt over piraten en verborgen schatten.

#15 Cala Goloritzé
Sommige plekken zijn gewoonweg te perfect om echt te lijken – en Cala Goloritzé is daar een van. Dit afgelegen paradijsje aan de Golf van Orosei is een beschermd natuurgebied en een van de mooiste stranden van Sardinië. Het water hier is bijna fluorescerend blauw, het zand is hagelwit en de omgeving wordt gedomineerd door dramatische kalksteenkliffen die steil uit de zee omhoog rijzen.
Wat Cala Goloritzé extra bijzonder maakt, is dat je er niet zomaar komt. Dit is geen strand waar je je handdoek neerlegt na een korte wandeling vanaf de parkeerplaats. Nee, dit is een strand waar je voor moet werken. De enige manier om hier te komen is te voet, via een wandelpad dat start bij het bergdorpje Baunei. De tocht naar beneden duurt ongeveer anderhalf uur en voert langs ruige rotsformaties en mediterrane vegetatie. Op de terugweg wacht je een pittige klim – maar het is de ervaring dubbel en dwars waard.
Boten mogen niet aanmeren bij Cala Goloritzé, en dat maakt het strand extra speciaal. Geen motorlawaai, geen overvolle toeristenboten – alleen rust, natuur en het geluid van kabbelende golven. De beroemde rotsboog die hier in zee steekt, is een van de meest gefotografeerde plekken van Sardinië en een populaire uitdaging voor klimmers die hem proberen te beklimmen.
Omdat Cala Goloritzé een beschermd gebied is, gelden er strikte regels. Er mogen per dag maar een beperkt aantal bezoekers komen, dus het is slim om vroeg te gaan. Het beste moment? In de ochtend, wanneer de zon de kliffen een warme gloed geeft en je het strand nog bijna voor jezelf hebt.


#16 Terme Naturali Libere bij de Romeinse thermen van Fordongianus
Baden in natuurlijk warmwater klinkt als pure ontspanning, toch? Dat dachten de Romeinen ook, toen ze hier tweeduizend jaar geleden een badhuis bouwden. In Fordongianus, een klein dorpje in het binnenland van Sardinië, vind je nog steeds de oude Romeinse thermen – én een verborgen parel: de Terme Naturali Libere, een plek waar het kokend hete bronwater zich direct in de rivier stort.
Het thermale water dat hier uit de aarde komt, heeft een temperatuur van maar liefst 54 graden, veel te heet om in te baden. Maar de slimme Romeinen bedachten een systeem waarbij het water via stenen buizen werd afgekoeld voordat het de baden bereikte. Vandaag de dag werken die buizen nog steeds, en het water stroomt rechtstreeks de Tirso-rivier in.
Klinkt als een natuurlijk spabad, toch? Ja… en nee. Het probleem is dat het hete thermale water zich niet altijd netjes mengt met het koude rivierwater. Dat betekent dat je de ene seconde in een stomend hete stroom zit en een paar centimeter verder ineens kippenvel krijgt van een ijzige koude golf. Het is dus een beetje spelen met de stroming om de perfecte plek te vinden – een ervaring op zich!
De ruïnes van de Romeinse baden naast de rivier kun je hier ook nog steeds zien. Dit thermale complex was in de oudheid een van de belangrijkste op Sardinië, een plek waar reizigers en handelaren kwamen om te ontspannen en genezing te zoeken. Wil je het zelf ervaren? De Terme Naturali Libere zijn gratis en altijd toegankelijk.



#17 Berchida Beach
Je ligt op een uitgestrekt wit zandstrand, de zon schijnt, het water is kristalhelder… en naast je ligt een gigantische witte koe ontspannen te herkauwen. Welkom op Berchida Beach, een van de meest ongerepte stranden van Sardinië – en misschien wel het enige ter wereld waar je je handdoek deelt met een kudde relaxte runderen.
Deze spierwitte koeien, lokaal bekend als mucche bianche, trekken twee keer per jaar naar het strand, op zoek naar gras en een beetje verkoeling. Ze wandelen rustig langs de vloedlijn, dommelen weg in het zand en lijken zich niks aan te trekken van de verbaasde strandgangers. En geef ze eens ongelijk: met dit hagelwitte zand en dat azuurblauwe water is Berchida de perfecte plek om te ontspannen.
Het strand ligt in een beschermd natuurgebied en heeft een Green Flag Award gekregen – een keurmerk voor de schoonste en veiligste stranden, vooral voor gezinnen met kinderen. Achter de duinen ligt een lagune waar je flamingo’s en andere watervogels kunt spotten. Ondanks de afgelegen ligging zijn er in het hoogseizoen douches, ligbedden en een kleine kiosk voor snacks en ijs.
Tip: ook het nabijgelegen Spiaggia delle Dune vonden wij prachtig met parelwit zand en hoge zandduinen.
