Denk aan glooiende heuvels, honingkleurige dorpjes en charmante straatjes waar de tijd lijkt stil te staan. Welkom in de Cotswolds, een van de meest schilderachtige regio’s van Engeland. Deze streek, verspreid over zes graafschappen, is een aaneenschakeling van idyllische landschappen, historische bezienswaardigheden en verborgen pareltjes. Van oude marktplaatsen en middeleeuwse kerken tot statige landhuizen en mysterieuze steencirkels – de Cotswolds zijn een fantastische vakantiebestemming.
Of je nu door sprookjesachtige dorpen zoals Bibury en Castle Combe slentert, verdwaalt in de exotische tuinen van Sezincote House of geniet van een cream tea in een van de typisch Engelse tea rooms, je wordt overal omringd door historie en groene heuvels. Pak je wandelschoenen of stap in de auto voor een roadtrip langs riviertjes, groene valleien en eindeloze vergezichten.
In deze blog nemen we je mee langs de 20 mooiste plekken die je absoluut niet mag missen tijdens je bezoek aan de Cotswolds. Om het plannen van een reisroute door de Cotswolds makkelijker te maken, hebben we ook een handige kaart voor je gemaakt. Laat je inspireren om deze sprookjesachtige regio in Engeland tot jouw volgende vakantiebestemming te maken!
Waar vind je de Cotswolds in Engeland?
De Cotswolds is een van die plekken in het hart van Engeland die rechtstreeks uit een ansichtkaart lijkt te komen. Gelegen in het zuidwesten van Engeland, strekt deze betoverende regio zich uit over zes graafschappen: Gloucestershire, Oxfordshire, Warwickshire, Worcestershire, Wiltshire en Somerset. Met zo’n 2000 km2 aan glooiende heuvels, idyllische dorpjes en uitgestrekte velden is het een van de grootste ‘Areas of Outstanding Natural Beauty’ (AONB) van het land. En dat predicaat is meer dan terecht.
Wat betekent Cotswolds?
De naam ‘Cotswolds’ klinkt misschien chic, maar de oorsprong ervan is eigenlijk heel eenvoudig. Het woord is samengesteld uit twee oude Engelse termen: ‘cots’, wat schapenhokken betekent, en ‘wold’, een oud woord voor beboste heuvels. En precies dat is wat je hier vindt – heuvels vol grazende schapen en een landschap dat al eeuwenlang verbonden is met de wolindustrie.
In de middeleeuwen waren de Cotswolds dan ook het kloppende hart van de Engelse wolhandel. De glooiende heuvels boden perfecte weidegronden voor schapen, en hun wol stond bekend om zijn uitstekende kwaliteit. Die rijkdom zie je vandaag de dag nog steeds terug in de prachtige kerken, markthallen en statige huizen die met het geld uit de wolhandel zijn gebouwd.
Veel dorpen in de regio hebben hun historische karakter volledig behouden. Ze voelen alsof je door een openluchtmuseum loopt. De erfenis van die gouden wolperiode is overal zichtbaar – in de architectuur, de oude markten en zelfs in de straatnamen.
Waarom de Cotswolds een bezoek waard is
De Cotswolds is het soort plek waar je meteen verliefd op wordt. Glooiende heuvels, schattige dorpjes met honingkleurige stenen huizen en kronkelende straatjes die je het gevoel geven dat je in een romantisch sprookje bent beland. Het is alsof je een stap terug in de tijd zet, want veel van de dorpen zien er nog net zo uit als in de tijd dat de regio floreerde dankzij de wolhandel.
Elk dorpje heeft z’n eigen charme. In het ene dorp wandel je langs een middeleeuwse kerk of een eeuwenoude abdij, terwijl het volgende plaatsje je verrast met pittoreske bruggetjes over kabbelende riviertjes. Sommige dorpen herken je misschien uit films, zoals Harry Potter en Bridget Jones’s Diary. Andere voelen aan als verborgen juweeltjes, nog niet ontdekt door de massa. Maar wat ze allemaal gemeen hebben? Die goudgele huisjes, geplaveide straatjes en knusse pubs waar je niet meer weg wilt.
Liefhebbers van geschiedenis komen hier ogen tekort. Bezoek het imposante Blenheim Palace, waar Winston Churchill werd geboren, of dwaal door historische Abdij van Lacock. En vergeet de eeuwenoude markthallen, kerken en landhuizen niet, die allemaal sporen zijn van het rijke wolverleden van de regio.
Ook de natuur is een hoogtepunt. Denk aan glooiende heuvels vol schapen, groene valleien en kronkelende landweggetjes die je uitnodigen om te wandelen of te fietsen. De Cotswolds veranderen met de seizoenen. In de lente staan de velden vol wilde bloemen, in de zomer kleurt alles frisgroen, en in de herfst lijkt het landschap in vuur en vlam te staan met goudgele en rode tinten. Geen enkel bezoek voelt hier hetzelfde.
Een roadtrip door de Cotswolds is puur genieten. Wij kozen bewust voor de smalle binnenwegen in plaats van de grote autowegen en werden steeds opnieuw verrast. Achter elke bocht wachtte weer een nieuw dorpje – vaak met namen die je nauwelijks kunt uitspreken, maar die stuk voor stuk sprookjesachtig mooi waren. Of je nu stopt voor een cream tea in een gezellige tearoom of een wandeling maakt langs een oude watermolen, het voelt alsof je door een ansichtkaart rijdt. En het mooie is: die ansichtkaart is hier gewoon echt.
Praktische Kaart van de Cotswolds
De 20 mooiste plekken in de Cotswolds
#1 Bibury
Het meest iconische dorp van de Cotswolds is natuurlijk Bibury. Het wordt vaak het mooiste dorp van Engeland genoemd, en als je er rondloopt, snap je meteen waarom. Het ligt aan de rivier de Coln en lijkt zo uit een schilderij te komen.
De grootste (en eigenlijk ook enige) trekpleister is Arlington Row, een rij honingkleurige stenen huisjes die oorspronkelijk uit de veertiende eeuw stammen. Ze dienden ooit als opslagplaats voor wol, maar zijn later omgebouwd tot weverswoningen. Tegenwoordig worden ze gekoesterd door de National Trust en zelfs afgebeeld in Britse paspoorten. Arlington Row 9 is zelfs te huur als vakantiehuisje.
Bibury is niet heel veel groter dan het bekende Arlington Row, maar het kan er wel erg druk worden. Er komen opvallend veel Japanse toeristen. Deze populariteit onder Japanse bezoekers heeft te maken met het historische bezoek van Emperor Hirohito, de vroegere keizer van Japan, aan Bibury in 1921. Hoewel we inmiddels meer dan 100 jaar verder zijn, heeft dat bezoek kennelijk indruk gemaakt op de Japanners. Wij zagen hele busladingen door het kleine straatje lopen.
Ook leuk: stop bij The Swan Hotel voor een lunch of een typische cream tea. Bibury heeft niet bijzonder veel parkeerplaatsen, maar wel erg dichtbij Arlington Row. Je kan op de weg direct ernaast parkeren langs de straat met uitzicht op Arlington Row.
#2 Castle Combe
Castle Combe voelt aan als een decor uit een romantische film, en dat is het ook. Letterlijk. Films zoals War Horse en Stardust werden hier opgenomen. Dit dorpje in Wiltshire heeft geen stoplichten, moderne gebouwen of zelfs stoepen – alleen smalle straatjes met cottages van Cotswold-steen en een rivier die er rustig doorheen stroomt.
De naam doet misschien anders vermoeden, maar een kasteel vind je hier niet meer. Wat je wel vindt, is een middeleeuwse marktplek, oude wevershuisjes, een vijftiende-eeuwse kerk (St. Andrew’s Church) en een oude waterpomp. De kerk herbergt trouwens een klok die al sinds de dertiende eeuw werkt – een van de oudste in Engeland.
Hoewel Castle Combe klein is, kun je hier makkelijk een paar uur doorbrengen met rondslenteren, foto’s maken en genieten van de landelijke sfeer. Een van de meest gefotografeerde plekken in Castle Combe – en misschien wel de Cotswolds – is zonder twijfel de beroemde brug over de Bybrook-rivier. Vanaf de zuidkant van het dorp heb je een prachtig zicht op de iconische brug met op de achtergrond charmante stenen huisjes van de hoofdstraat.
Voor autoliefhebbers en snelheidsduivels is er het Castle Combe Circuit, geopend in 1950 op een voormalig vliegveld uit de Tweede Wereldoorlog. Het circuit is een trekpleister voor motorsportevenementen, rijtrainingen en trackdays.
Parkeren doe je aan de rand van het dorp en vanaf daar loop je zo het centrum in.
#3 Cheltenham Racecourse
Cheltenham Racecourse is dé plek in Engeland voor paardenraces, spanning en entertainment. Dit beroemde circuit in Gloucestershire heeft een rijke historie die teruggaat tot 1815, toen de eerste races werden gehouden op Nottingham Hill. Sindsdien is het uitgegroeid tot een van de belangrijkste locaties voor National Hunt Racing, met als hoogtepunt het jaarlijkse Cheltenham Festival in maart. Tijdens dit evenement draait alles om grote races zoals de Cheltenham Gold Cup, waarbij miljoenen ponden op het spel staan.
De sfeer is ongekend. Fans komen in groten getale, vaak gehuld in chique kleding, compleet met theatrale hoeden. Ook de bekende Britse royals lopen hier dan rond. Het is niet alleen een sportevenement maar ook een sociale gelegenheid waar weddenschappen en gokken centraal staan. Wil je alvast oefenen voor je bezoek of de spanning thuis beleven? Dan kun je ook terecht bij een live casino voor een vergelijkbare ervaring, maar dan vanaf de bank.
Het terrein biedt moderne faciliteiten, zoals bars, restaurants en VIP-lounges. Naast de races worden hier het hele jaar door ook andere evenementen georganiseerd, zoals concerten en tentoonstellingen. De ligging van het racecourse, met de groene heuvels van de Cotswolds als achtergrond, maakt het extra bijzonder. Parkeren is ruim en goed geregeld, en het terrein is eenvoudig bereikbaar vanaf het centrum van Cheltenham. Of je nu een doorgewinterde racefan bent of gewoon nieuwsgierig, Cheltenham Racecourse is een ervaring die je niet wilt missen.
#4 Lacock, het Harry Potter-dorp in de Cotswolds
Lacock is alsof je een middeleeuwse tijdcapsule binnenstapt. Dit dorp in Wiltshire zit vol karakter en geschiedenis. Het dankt zijn bestaan aan de abdij die in 1232 werd gesticht als klooster, maar veranderde in de zestiende eeuw in een landhuis. Vandaag de dag is het eigendom van de National Trust. Je kunt er vrij rondwandelen tussen gotische bogen, kloostergangen en prachtige tuinen. Wij waren vooral onder de indruk van de uitgestrekte tuinen en de historische kassen. Het dorp zelf is net zo goed een feestje om te verkennen. Denk aan middeleeuwse straatjes, vakwerkhuizen en een kerk uit de veertiende eeuw.
Dit Cotswolds-dorp is bovendien een populaire trekpleister onder fans van Harry Potter. Als je de films hebt gezien, zul je het dorp meteen herkennen. De gangen van Lacock Abbey dienden namelijk als decor voor Zweinstein, en je kunt hier zelfs de plek zien waar Harry de Spiegel van Neregeb ontdekte. Het huisje aan het einde van Church Street figureerde als huis van Harry’s ouders en Horace Slughorn had hier zijn verstopplaats in Harry Potter and the Half-Blood Prince. Maar het stopt niet bij Harry Potter. Films als Pride and Prejudice en Downton Abbey gebruikten Lacock als filmset, en dat snap je meteen waarom zodra je hier rondloopt.
Parkeren doe je net buiten het dorp, waarna je alles op je gemak te voet kunt bekijken. Stop onderweg voor een cream tea in een tearoom of neem een kijkje in de ambachtelijke winkeltjes. Voor Harry Potter-fans en liefhebbers van geschiedenis voelt Lacock een beetje als magie die tot leven komt.
#5 Cirencester
Cirencester is de onofficiële hoofdstad van de Cotswolds en barst van de geschiedenis. De Romeinen waren hier al vroeg neergestreken en noemden het Corinium. Na Londen was dit zelfs de grootste stad in Romeins Brittannië. Vandaag de dag kun je die geschiedenis nog steeds opsnuiven in het Corinium Museum, waar je alles vindt van mozaïeken tot Romeinse baden en gereedschappen.
Maar Cirencester is meer dan ruïnes. In het hart van de stad prijkt de imposante Parish Church of St. John Baptist. Dit gotische meesterwerk uit de vijftiende eeuw is een erfenis van de middeleeuwse wolhandel die de stad rijk maakte. Binnen zie je glas-in-loodramen en houten plafonds die de grootsheid van die tijd uitstralen. Als je goed zoekt, zie je ook nog wat oude verfresten, waardoor je ziet hoe kleurrijk de fresco’s ooit moeten zijn geweest. Het bekendste pronkstuk uit de kerk is de beker van Anne Boleyn, een van de vrouwen van de beruchte koning Henry VII.
De straten rondom de kerk zijn een paradijs voor shoppers. Black Jack Street zit vol boetiekjes, cafés en gezellige hofjes zoals The Stable Yard. Maak ook een ontspannen wandeling in Cirencester Park, onderdeel van het Bathurst Estate. Het park is ideaal voor een rustige wandeling en voelt als een groene oase midden in de stad.
#6 Bourton-on-the-Water
Bourton-on-the-Water is zo idyllisch dat het een nagemaakte filmset lijkt. De rivier de Windrush kabbelt door het dorp en wordt overspannen door stenen voetgangersbruggetjes die het een bijna sprookjesachtige uitstraling geven. Niet voor niets wordt het vaak het ‘Venetië van de Cotswolds’ genoemd.
Het dorp heeft genoeg te bieden om je een dagdeel bezig te houden. Het Cotswold Motoring Museum is een aanrader voor autoliefhebbers en nostalgische zielen. Hier vind je vintage auto’s, oude borden en zelfs Brum, de bekende kinderprogramma-auto. Wil je Bourton in het klein zien? Ga dan naar The Model Village, waar je een miniatuurversie van het dorp kunt bewonderen, compleet met kleine bruggetjes en huisjes.
Langs de rivier zitten volop tearooms en pubs waar je kunt genieten van een traditionele cream tea of fish and chips. Wij maakten er zelf een sport van om iedere dag in de Cotswolds een cream tea te bestellen en dat stelde ook in dit dorp niet teleur. Wij deden dat bij het knusse en typisch Engelse Smalltalk Tearooms.
Vlakbij Bourton-on-the-Water liggen ook de Slaughters, twee minder bezochte Cotswolds-dorpen op loopafstand. Een van de leukste dingen om te doen in de Cotswolds is een wandeling naar deze dorpen, Upper Slaughter en Lower Slaughter. Deze wandeling neemt je mee door het schilderachtige landschap van de Cotswolds met als beloning nog zo’n honingkleurig dorpje waar de tijd stil heeft gestaan.
#7 Stow-on-the-Wold & St. Edward’s Church
Stow-on-the-Wold ligt hoog op een heuvel en kijkt uit over de omliggende valleien. Vroeger was het een belangrijke plek voor markten, vooral voor schapenhandel. Het grote marktplein is nog steeds het kloppend hart van het stadje, met antiekwinkels, galerieën en knusse pubs die uitnodigen tot struinen en borrelen.
Een van de grootste trekpleisters is St. Edward’s Church, een middeleeuwse kerk met een magische uitstraling. Het was voor ons zelfs de belangrijkste reden om een stop te maken in dit dorp. De noordelijke deur wordt omringd door twee oude taxusbomen en ziet eruit alsof het rechtstreeks uit een sprookjesboek komt. Sommigen denken zelfs dat deze deur J.R.R. Tolkien inspireerde voor de deuren van Moria in In de Ban van de Ring. Binnenin bewonder je glas-in-loodramen en houten gewelven.
Stow-on-the-Wold is ook dé plek voor antiekliefhebbers. Je vindt hier talloze winkeltjes vol curiosa, kunst en meubels met een verhaal. Voor een stevige maaltijd moet je naar The Porch House, dat zichzelf het oudste herberggebouw van Engeland noemt.
#8 Chipping Campden
Chipping Campden is als een levend openluchtmuseum. Dit charmante stadje in de Cotswolds is beroemd om zijn prachtige High Street, waar de goudkleurige kalkstenen gebouwen je direct mee terugnemen naar de zestiende en zeventiende eeuw. Het was ooit het hart van de wolhandel. De historische markthal uit 1627 is een absolute blikvanger en geeft je het gevoel alsof je elk moment een middeleeuwse handelaar tegen het lijf kunt lopen.
Voor wandelaars is Chipping Campden het perfecte vertrekpunt. Het is het startpunt van de Cotswold Way, een wandelroute van 164 kilometer naar Bath. Als je geen zin hebt in een meerdaagse tocht, is een korte klim naar Dover’s Hill al de moeite waard. Vanaf hier heb je een prachtig uitzicht over de heuvels. In mei wordt hier de jaarlijkse Cotswold Olimpick Games gehouden – inclusief traditionele sporten zoals stoktrekken en tonrollen.
Chipping Campden heeft ook een creatieve kant. In de negentiende eeuw vestigde C.R. Ashbee, een pionier van de Arts and Crafts-beweging, hier zijn werkplaats. Die liefde voor vakmanschap zie je nog steeds terug in de galerieën en ambachtelijke winkels. Je kunt hier struinen langs antiekzaken, kunstwinkels en boekhandels. Daarna plof je neer in een van de tearooms of pubs voor een cream tea of een pint.
#9 Snowshill & Snowshill Manor
Snowshill is het soort dorp waar je meteen verliefd op wordt. Het is piepklein, rustig en heeft een bijna sprookjesachtige uitstraling. Denk aan honingkleurige cottages, bloemen die over stenen muren slingeren en een kerkje dat eruitziet alsof het uit een prentenboek is geknipt. Het werd gebruikt als decor in Bridget Jones’s Diary.
Maar de echte ster van Snowshill is Snowshill Manor. Dit zestiende-eeuwse landhuis, nu beheerd door de National Trust, is een plek waar je je ogen uitkijkt. Het huis was ooit van Charles Paget Wade, een excentrieke verzamelaar die zijn leven wijdde aan kunst, antiek en curiosa. Zijn motto was “Let nothing perish”, en dat zie je terug in de duizenden objecten die hier te bewonderen zijn. Van harnassen en Japanse samoerai-uitrustingen tot speelgoed, klokken en muziekinstrumenten – het is een uniek rariteitenkabinet.
De tuinen rondom het huis zijn minstens zo indrukwekkend. Wade ontwierp ze zelf en creëerde een doolhof van verborgen hoekjes, bloemenperken en vijvers. In de zomer geuren de lavendelvelden, en de uitzichten over de vallei zijn adembenemend. Parkeren doe je aan de rand van het dorp, vanwaar je in een paar minuten naar zowel het huis als het dorpscentrum loopt. Snowshill is klein maar groots in charme en historie – perfect voor een dag vol verrassingen.
#10 Broadway & Broadway Tower
Broadway is een van die dorpen waar je maar foto’s wilt blijven maken. De brede hoofdstraat, waar het dorp zijn naam aan dankt, is gevuld met boetieks, antiekwinkels en kunstgalerieën. Neem de tijd om te snuffelen in de antiekwinkels of bestel een cream tea in een van de tearooms. De goudkleurige stenen huizen en fleurige bloemenbakken geven het een gezellige sfeer. Door de jaren heen trok Broadway artiesten en schrijvers aan, waaronder William Morris.
Wij vonden de grootste trekpleister Broadway Tower, een opvallende toren uit 1798. Het werd ontworpen door architect James Wyatt en gebouwd op het hoogste punt van de Cotswolds, meer dan driehonderd meter boven zeeniveau. Vanaf de top kijk je op heldere dagen uit over dertien graafschappen – een uitzicht dat je niet snel vergeet. De toren heeft door de eeuwen heen verschillende functies gehad. Het was een jachthuis, een toevluchtsoord voor kunstenaars en zelfs een observatiepost tijdens de Koude Oorlog. Bij de toren kun je ook een leuke, korte wandeling maken. Die was zelfs goed te doen met onze peuter en 2-maanden-oude baby.
#11 The Slaughters – Upper & Lower Slaughter
Laat je niet afschrikken door de naam, want The Slaughters zijn juist de rustigste en meest idyllische dorpen in de Cotswolds. Het woord ‘slaughter’ komt van het Oud-Engelse ‘slough’, wat moeras betekent, en heeft niets met iets gruwelijks te maken.
Lower Slaughter is het bekendst en wordt vaak genoemd als een van de mooiste dorpen van Engeland. De rivier de Eye stroomt er dwars doorheen en wordt overbrugd door kleine stenen bruggetjes. De oude watermolen uit de negentiende eeuw, compleet met een werkend rad, is een hoogtepunt. Binnenin vind je een museum en een winkel met lokale producten.
Upper Slaughter ligt iets hoger en is nog rustiger. De cottages zijn prachtig bewaard gebleven en voelen bijna tijdloos aan. Hier vind je geen winkels of cafés, wat dit dorp een echt authentieke sfeer geeft.
Een van de leukste dingen om te doen is de korte wandeling van ongeveer een kilometer tussen de twee dorpen. Het pad volgt de rivier en biedt onderweg schilderachtige uitzichten. Parkeren kan bij beide dorpen, maar de plekjes zijn beperkt, dus kom vroeg.
#12 Sezincote House and Garden
Sezincote House is een verborgen exotisch pareltje midden in de Cotswolds. Zodra je het terrein oploopt, voelt het alsof je een Indiase sprookjeswereld binnenstapt. Dit unieke landhuis uit 1805 is volledig ontworpen in Mogol-stijl, compleet met een koperen koepel, sierlijke minaretten en pauwvormige ramen. Het is alsof de Taj Mahal en de Cotswolds een huwelijk zijn aangegaan – en het werkt verrassend goed.
Het huis is het werk van Sir Charles Cockerell, die zijn inspiratie haalde uit zijn tijd in India. De familie Cockerell wilde een ode brengen aan de exotische architectuur die ze daar hadden gezien. Niet alleen het huis zelf is indrukwekkend, maar ook de tuinen verdienen je aandacht. Kronkelende waterlopen, vijvers en bruggetjes vormen een betoverend decor, compleet met een tempel gewijd aan Surya, de zonnegod.
De tuinen zijn ontworpen in Perzische stijl en staan bekend om hun perfect onderhouden borders en schaduwrijke plekjes. Het is moeilijk om hier niet in een romantische bui te raken, vooral als je langs de fonteinen en sierlijke paviljoens wandelt. Geen wonder dat Sezincote de inspiratie vormde voor het ook al zo exotische Royal Pavilion in Brighton.
Het huis is open voor rondleidingen van mei tot september, terwijl de tuinen langer toegankelijk zijn. Parkeren kan op het terrein zelf. Zorg dat je een camera meeneemt, want Sezincote is het soort plek waar je maar blijft klikken. Het is een magische mix van exotiek en Engelse charme, en dat maakt het een van de meest verrassende plekken in de Cotswolds.
#13 Painswick
Painswick is een dorp dat je direct omarmt met zijn charme. Smalle straatjes slingeren tussen goudkleurige cottages door, en op elke hoek voelt het alsof je even terug in de tijd stapt. Dit dorp staat niet voor niets bekend als de ‘Koningin van de Cotswolds’. In de zeventiende en achttiende eeuw groeide Painswick uit tot een centrum van de wolhandel, en dat historische succes straalt nog steeds van de gebouwen af.
Het kloppende hart van het dorp is St. Mary’s Church, beroemd om de 99 taxusbomen die de kerk omringen. Volgens de legende weigert een honderdste boom te groeien, omdat de duivel dat niet zou toestaan. Waar of niet, het geeft de plek een mystiek randje. De kerk zelf is gebouwd in de veertiende eeuw en heeft prachtige glas-in-loodramen.
Liefhebbers van tuinen mogen de Painswick Rococo Garden niet overslaan. Deze achttiende-eeuwse tuin is een speeltuin voor het oog, met kronkelende paadjes, kleurrijke bloemen en charmante paviljoens. In de winter staan hier duizenden sneeuwklokjes in bloei, wat zorgt voor een sprookjesachtig landschap.
Painswick ligt ook vlak bij de Painswick Beacon, een heuveltop waar je beloond wordt met een weids uitzicht over de Severn-vallei en, op heldere dagen, zelfs tot aan Wales.
#14 Tetbury
Tetbury heeft een koninklijk tintje. Dit marktstadje, dat teruggaat tot de Saksische tijd, ligt vlak bij Highgrove House, de privéresidentie van koning Charles III. Hoewel je het huis zelf natuurlijk niet kunt bezoeken, zijn de tuinen op bepaalde tijden van het jaar open. Hier zie je hoe de koning zijn liefde voor organisch tuinieren heeft vertaald naar prachtige bloemenperken en wilde bloementuinen.
Het stadje zelf is een paradijs voor liefhebbers van antiek en curiosa. De straten zijn gevuld met boetieks en antiekwinkels, waar je kunt snuffelen naar schatten uit vervlogen tijden. Het centrale plein wordt gedomineerd door de Market House uit 1655, waar nog steeds markten worden gehouden. Hier kun je lokale producten kopen of gewoon genieten van de levendige sfeer.
Tetbury ligt op een steenworp afstand van Westonbirt Arboretum, een van de mooiste boomcollecties van het land. In de herfst kleurt het landschap hier vuurrood en goudgeel – perfect voor een fijne herfstwandeling.
#15 Stroud
Stroud is anders dan de meeste dorpen in de Cotswolds. Het voelt rauwer, artistieker en net iets eigenzinniger. Het stadje, gelegen in de ‘Five Valleys’, heeft een lange geschiedenis als textielcentrum. Veel oude molens zijn nu omgebouwd tot ateliers, galeries en cafés, waardoor Stroud een broedplaats is voor creativiteit.
De boerenmarkt op zaterdagochtend is een hoogtepunt en trekt bezoekers van heinde en verre. Hier koop je alles van biologische groenten en ambachtelijke kazen tot handgemaakte zeep en kunstwerken. Het is de perfecte plek om lokale specialiteiten te proeven en tegelijkertijd de sfeer van het stadje op te snuiven.
Voor hikers is Stroud een paradijs. De Five Valleys bieden eindeloze wandelroutes door groene heuvels, langs kabbelende beekjes en oude molens. De Cotswold Way National Trail loopt langs Stroud en is ideaal voor langere tochten door het glooiende landschap.
#16 Rollright Stones
De Rollright Stones zijn een van de oudste en meest mysterieuze plekken in de Cotswolds. Deze steencirkel, gelegen op de grens van Oxfordshire en Warwickshire, dateert uit ongeveer 2500 voor Christus.
Het bestaat uit drie delen: de King’s Men, een kring van 70 stenen; de King Stone, een enkele staande steen; en de Whispering Knights, een kleine groep stenen die deel uitmaken van een grafkamer. Volgens de legende zijn de stenen versteende soldaten en wachters die door een heks vervloekt werden.
De Rollright Stones zijn makkelijk bereikbaar en liggen op een heuvel met uitzicht over het platteland. Parkeren kan langs de weg, en de toegang is gratis.
#17 Burford
Burford voelt als een tijdmachine die je rechtstreeks naar de middeleeuwen brengt. Dit sfeervolle stadje, ook wel de ‘Poort naar de Cotswolds’ genoemd, ligt aan een steile hoofdstraat die je naar beneden voert, recht naar de rivier de Windrush. Onderweg kom je langs goudkleurige Cotswold-steenhuizen, antiekwinkels en gezellige tearooms. Aan het einde van de straat wacht een oude stenen brug die je uitzicht biedt op het groene landschap rondom het stadje.
Burford dankt zijn charme en rijkdom aan de wolhandel in de veertiende eeuw. De wolkooplieden bouwden niet alleen imposante huizen, maar ook de indrukwekkende St. John the Baptist Church. Dit gotische meesterwerk heeft prachtige glas-in-loodramen en eeuwenoude houtsnijwerken.
Naast historische charme vind je in Burford ook tal van antiekwinkels waar je op zoek kunt naar verborgen schatten, en de Burford Sweet Shop is een must voor liefhebbers van ouderwets snoep. Tuinliefhebbers mogen het Burford Garden Centre niet overslaan, beroemd om zijn uitgebreide collectie planten en heerlijke scones in het café.
#18 Blenheim Palace
Blenheim Palace is geen typisch Engels kasteel, maar een echt paleis – en dat voel je vanaf het moment dat je de oprijlaan op rijdt. Dit kolossale landhuis in Woodstock, net buiten de Cotswolds, werd tussen 1705 en 1722 gebouwd. Het was een geschenk van koningin Anne aan John Churchill, de eerste hertog van Marlborough. De reden? Zijn overwinning in de Slag bij Blenheim. Vandaag de dag is het een UNESCO-werelderfgoed en een van de meest spectaculaire bezienswaardigheden in Zuid-Engeland.
Binnen is het paleis een aaneenschakeling van overdaad. De Grote Hal is indrukwekkend met zijn hoge plafonds en muurschilderingen, maar de bibliotheek steelt de show met metershoge boekenkasten en een gigantisch orgel. Ook kun je de kamer bezoeken waar de beroemde premier Winston Churchill in 1874 werd geboren, compleet met persoonlijke herinneringen aan zijn leven.
De tuinen rond het paleis zijn al net zo adembenemend. Ze werden ontworpen door landschapsarchitect Capability Brown en strekken zich uit over meer dan 800 hectare. Er zijn waterpartijen, sierlijke bruggen en zelfs een doolhof. Een wandeling langs het meer of door de rozentuinen voelt alsof je in een romantisch schilderij bent beland.
Blenheim Palace is het hele jaar door open en biedt naast rondleidingen ook tentoonstellingen en evenementen. Er zijn cafés en restaurants voor een lunch of high tea, en parkeren is ruim beschikbaar. Het paleis ligt overigens eigenlijk net niet in de Cotswolds, maar net ten oosten ervan.
#19 Blockley
Blockley is een van de minder bekendere dorpen in de Cotswolds, maar net zo fotogeniek als je van deze streek gewend bent. Het ligt verscholen in een groene vallei en straalt een rust uit die je niet in de meer toeristische dorpen vindt. De goudkleurige stenen huizen, smalle straatjes en kleine bruggetjes over kabbelende beekjes maken Blockley een idyllische bestemming.
In de achttiende en negentiende eeuw was Blockley een centrum van de zijde-industrie. De oude molens, die ooit draaiden op het water van de beek, zijn nu omgebouwd tot karakteristieke woningen en geven het dorp een industriële charme. Midden in het dorp staat de St. Peter and St. Paul Church, bekend van de tv-serie Father Brown.
Blockley is een perfecte uitvalsbasis voor wandelaars. Er lopen verschillende routes door de velden en bossen, en een wandeling naar het nabijgelegen Batsford Arboretum is zeker de moeite waard. Dit arboretum heeft een indrukwekkende collectie bomen en planten, vooral spectaculair in de herfst.
#20 Chedworth Roman Villa
Verscholen tussen de glooiende heuvels van de Cotswolds ligt een van de best bewaarde Romeinse villa’s van Engeland. De Chedworth Roman Villa werd gebouwd in de vierde eeuw en was ooit het luxueuze onderkomen van een rijke landeigenaar.
De mozaïekvloeren zijn het hoogtepunt van de villa. De kleurrijke patronen en gedetailleerde afbeeldingen geven een uniek inkijkje in het leven van de Romeinse elite. Je ziet hier ook het overblijfsel van een hypocaust, een slim Romeins verwarmingssysteem dat zorgde voor warme baden en vloerverwarming – niet slecht voor 1600 jaar geleden. Naast de mozaïeken vind je badhuizen, een tempelruimte en een eetzaal. In het kleine museum op het terrein worden sieraden, aardewerk en munten tentoongesteld die tijdens opgravingen zijn gevonden.
De villa wordt beheerd door de National Trust en heeft een café en picknickplaatsen.
