Waar in Spanje je ook naartoe gaat, je zit eigenlijk altijd goed. Maar sommige steden maken net wat meer indruk dan andere. De een verrast met een oud Moors paleis, de ander met surfstranden, tapasbars of uitzicht op Afrika. Of je nu houdt van cultuur, strand, goed eten of gewoon lekker ronddwalen: Spanje heeft een stad die bij je past. Bekende namen als Barcelona, Sevilla en Valencia blijven toppers, maar er zijn ook genoeg plekken waar je nog tussen de locals zit.
Wij zijn inmiddels al vaak in Spanje geweest, en dat is nog zacht uitgedrukt. Twee keer reisden we er zelfs een half jaar rond. Van grote steden tot kleine kustplaatsjes, van pinxtos in het noorden tot flamenco in het zuiden: we hebben echt ontzettend veel gezien.
In deze blog vind je zestien Spaanse steden die het waard zijn om te ontdekken. Van klassiekers tot originele keuzes. Ideaal voor een weekend weg of als onderdeel van een roadtrip. Geen standaardlijstje, wel veel sfeer, praktische info en genoeg afwisseling om voor elk type reiziger iets te bieden.



De beste reistijd voor een stedentrip Spanje
Spanje is eigenlijk altijd een goed idee, maar niet elke stad is het hele jaar door even prettig. In hartje zomer wil je echt niet in Sevilla ronddwalen bij 42 graden, terwijl dat in april of oktober juist heerlijk is. Daarom is het slim om je stedentrip een beetje te plannen op basis van het seizoen én de regio.
Voorjaar, dus maart tot en met mei, is misschien wel de beste reistijd. In het zuiden is het dan zonnig maar nog niet bloedheet, perfect voor steden als Sevilla, Córdoba of Granada. Ook Madrid, Valencia en Barcelona zijn dan levendig en comfortabel. En je pakt meteen een paar festivals mee, zoals Las Fallas in Valencia of Semana Santa in Andalusië.
De zomermaanden juli en augustus zijn tricky. Het zuiden en binnenland zijn dan echt heet. Denk aan 40 graden overdag en nachten die nauwelijks afkoelen. Daar wil je liever niet zijn. Maar in het noorden van Spanje, bijvoorbeeld in San Sebastián, Gijón of Bilbao, is het dan juist perfect. Temperaturen van rond de 25 graden, af en toe een briesje en fijne stranden binnen handbereik.
Het najaar, van september tot en met november, is eigenlijk net zo fijn als het voorjaar. De zee is nog warm, de dagen zijn lang en de grootste toeristendrukte is weg. Vooral steden aan de kust zoals Valencia, Málaga en Cádiz zijn dan heerlijk rustig maar nog steeds zonnig.
Maar denk ook eens aan de winter. Die is verrassend geschikt voor een stedentrip, vooral als je richting het zuiden gaat. In Málaga of Marbella zit je in januari gewoon op een terras met 18 graden. Het is er dan rustig, betaalbaar en het voelt echt even als ontsnappen aan de Nederlandse kou. In tegenstelling tot veel andere Europese zonbestemmingen is in Zuid-Spanje alles wel open en beleeft het haast een soort tweede hoogseizoen met overwinteraars. In het noorden is het in de winter vaak fris en natter, dus die kun je dan beter overslaan.
Kort gezegd: vermijd het zuiden in de zomer en kies juist voor het voor- of najaar. En als je in de winter weg wilt, ga dan zuidelijk. Zo haal je het meeste uit je stedentrip, zonder oververhit of verkleumd door de straten te lopen.



De 5 Meest Iconische steden in Spanje
#1 Barcelona
Barcelona blijft een van de populairste stedentrips van Europa, en dat is geen toeval. Je vindt hier echt alles: strand, kunst, architectuur, lekker eten en een bruisend stadsleven. De stad ligt aan de Middellandse Zee en is het kloppend hart van Catalonië. Wat meteen opvalt is natuurlijk het iconische werk van de architect Gaudí. Zijn stempel staat overal, van de bonte gevel van Casa Batlló tot de torenhoge Sagrada Família, waar sinds 1882 aan gebouwd wordt. Wil je meer kleur en uitzicht, dan moet je naar Parc Güell, ook het werk van Gaudí, waar je tussen mozaïeken en kronkelende bankjes uitkijkt over de stad.
In het oude centrum dwaal je door het historische Barri Gòtic, met zestiende-eeuwse gevels, Romeinse resten en kleine tapasbars. Aan de Rambla is het altijd druk, maar je mag deze stadsboulevard niet overslaan. Hier ligt ook de beroemde Boqueria-markt, waar je alles vindt van typisch Spaanse jamón tot tropisch fruit. Wie naar boven wil, pakt de kabelbaan naar Montjuïc of rijdt naar de Tibidabo voor het uitzicht én een charmant pretpark uit 1905. Ook de stranden, zoals Barceloneta, zijn het hele jaar door populair.
Barcelona is bovendien een paradijs voor foodies. In elke wijk vind je tapas, cava, Catalaanse klassiekers en modern Michelin-waardig eten. De leukste buurten om te eten en te borrelen zijn El Born, Gràcia en Poble Sec. Ik genoot hier tijdens een citytrip met een vriendin echt dagelijks van de menu del dia’s als lunch, waarbij we voor een klein prijsje drie gangen met lekkers aten! Tussendoor bezoek je het Picasso Museum, het MNAC of een voetbalwedstrijd van FC Barcelona. De stad leeft van ‘s ochtends vroeg tot diep in de nacht, en dat maakt Barcelona zo aantrekkelijk. Het is een stad die altijd blijft verrassen.

#2 Madrid
Madrid is levendig, chaotisch, charmant en barst van de energie. Dit is Spanje’s hoogste en meest centrale stad, en tegelijk ook het culturele hart van het land. Waar je ook kijkt, zie je brede lanen, imposante gebouwen en pleinen vol terrasjes. De bekendste zijn de elegante Plaza Mayor en het levendige Puerta del Sol. Middenin het centrum staat het koninklijk paleis, met meer dan drieduizend kamers en uitzicht op de stad. Ook de Almudena-kathedraal is een kijkje waard.
Liefhebber van kunst? In Madrid zit je goed. Het Prado is wereldberoemd, met topstukken van Velázquez, Goya en Rubens. Direct ernaast ligt het Reina Sofía met Picasso’s beroemde schilderij Guernica, en iets verderop het kleurrijke Thyssen-museum. Samen vormen ze de ‘Gouden Driehoek’ van de kunst. Maar Madrid is meer dan musea. In de wijk Malasaña vind je alternatieve winkels, street art en vintagezaken. Chueca is hip, queer en creatief. La Latina barst van de tapasbars en op zondag is er El Rastro, de grootste vlooienmarkt van Spanje.
Als je even wil ontsnappen aan de drukte, wandel dan door het Retiro-park. Dit voormalige koninklijke park is perfect voor een picknick of een roeitochtje. Iets verderop ligt de Gran Vía, een soort Spaanse Broadway met theaters, winkels en rooftopbars. En dan is er nog het eten: van bocadillo de calamares op een straathoek tot haute cuisine in Salamanca. Madrid doet niet aan vroeg slapen. Hier begint het diner pas na negenen en sluit de bar pas tegen zonsopgang. Voeg daar voetbaltempels zoals het Bernabéu of Wanda-stadion aan toe, en je hebt een stad die dag én nacht leeft.

#3 Valencia
Valencia is de ideale mix van oud, nieuw en lekker zonnig. Deze stad stond al heel lang op ons wensenlijstje en na een week waren we echt stapelverliefd op alles wat Valencia te bieden heeft! Je zit hier aan de oostkust, met stranden op fietsafstand, een eeuwenoud centrum en futuristische architectuur in één stad. De stad werd al in 138 voor Christus gesticht door de Romeinen, en die lange geschiedenis zie je nog steeds terug. Zo is er de kathedraal met Romeinse en Moorse sporen, én een relikwie die volgens sommigen de échte Heilige Graal is. Ook bijzonder: de Lonja de la Seda, een gotisch zijdegebouw uit de vijftiende eeuw dat op de werelderfgoedlijst staat.
Leestip: wat te doen in Valencia
De sfeer in Valencia is relaxed. Alles is net wat minder druk en toeristisch dan in Madrid of Barcelona. In het oude centrum wandel je door smalle straatjes, langs kerken, markten en gezellige pleinen. De Mercado Central is een gigantische markthal uit de vroege twintigste eeuw waar je alles vindt: hammen, fruit, vis, en vooral veel sfeer. Iets verderop ligt de beroemde en fotogenieke Stad van Kunst en Wetenschap. Dit witte, futuristische complex van architect Santiago Calatrava huisvest onder andere een wetenschapsmuseum, IMAX-bioscoop en aquarium.
Tussen oud en nieuw loopt het Turia-park, ooit een rivierbedding, nu een kilometerslang stadspark vol fietsers, joggers en palmbomen. Fiets je door, dan kom je vanzelf uit bij het strand. Playa de la Malvarrosa is het bekendst, maar ook het wat rauwere Cabanyal is in opkomst.
Valencia is bovendien de geboorteplek van paella. De traditionele versie komt uit het platteland en bevat kip, konijn en witte bonen. Restaurants in het natuurgebied Albufera, net buiten de stad, serveren de authentieke variant. Elk jaar in maart viert Valencia Las Fallas, een festival met gigantische poppen, vuurwerk, traditionele klederdracht en vlammen. Wij hadden het geluk om de stad precies tijdens dit festival te bezoeken en het was echt een geweldig en indrukwekkend spektakel! Ruzafa en El Carmen zijn populaire wijken voor avondeten, cocktails en kunst. Dankzij het milde klimaat, de afwisseling en de betaalbaarheid is Valencia een van de leukste steden van Spanje voor een ontspannen stedentrip met inhoud.

#4 Sevilla
Sevilla is Spanje op z’n best. Deze stad barst van de sfeer, met geurige sinaasappelbomen, historische pracht en zwoele avonden vol flamenco. In het centrum stuit je direct op drie indrukwekkende blikvangers: de kathedraal, de Giralda-toren en het Alcázar-paleis. Die kathedraal is niet alleen enorm, maar ook de plek waar Columbus begraven ligt. De Giralda-toren was ooit een minaret, gebouwd in de twaalfde eeuw, en je kunt er nog steeds helemaal omhoog lopen voor uitzicht over de stad. Bezoek ook zeker het Alcázar: een paleiscomplex waar Moorse bogen, kleurige tegels en koninklijke tuinen naadloos in elkaar overlopen.
Wandel je de wijk Santa Cruz in, dan verdwijn je in een doolhof van steegjes en pleintjes vol tapasbars. Overdag is het heet, dus alles gebeurt hier ’s avonds: dan vult de stad zich met locals die buiten eten, flaneren en praten tot middernacht. Even bijtanken? Ga naar het Parque de María Luisa of de imposante Plaza de España, ooit gebouwd voor een wereldtentoonstelling en nog steeds een van de mooiste pleinen van Spanje. Voor het mooiste uitzicht ga je naar de Metropol Parasol, een futuristisch bouwwerk waar je over het golvende dag wandelt met een schitterend beeld over de stad.
Leestip: wat te doen in Sevilla
Sevilla leeft ook van haar tradities. Tijdens Semana Santa en de Feria de Abril verandert de stad in een spektakel van processies, dans en feesten. Flamenco zie je hier niet alleen op toeristische podia, maar ook spontaan in barretjes in de wijk Triana. En dat alles onder een brandende zon: Sevilla is een van de heetste steden van Europa, dus siësta is hier geen luxe maar noodzaak.

#5 Málaga
Málaga heeft zich de afgelopen jaren opnieuw uitgevonden. Waar het ooit vanwege haar internationale vliegveld vooral een doorgangsstation naar de Costa del Sol was, is het nu een bruisende stad die cultuur en strand perfect combineert. Ja, je kunt hier gewoon direct vanuit de oude stad met een handdoek het zand op. Maar je kunt ook verdwalen in het historische centrum, waar de Alcazaba je terugvoert naar de tijd van de Moren en het Gibralfaro-kasteel daar nog eens een schep bovenop doet met uitzicht over stad en zee.
Leestip: wat te doen in Málaga
Wist je dat Pablo Picasso hier geboren is? Het Picasso Museum laat je kennismaken met zijn werk in een oud stadspaleis. Daarnaast heb je nog het Centre Pompidou in de haven, het Carmen Thyssen Museum en allerlei kleine galeries in de wijk Soho. De haven is helemaal vernieuwd, met winkels, restaurants en een wandelboulevard die uitnodigt tot eindeloos flaneren.
Málaga is ontzettend jong en levendig. In de straten van El Perchel of La Merced zit je tussen de locals aan een bordje gegrilde sardientjes of zoete ‘tarta malagueña’. Je dag sluit je af met een glas wijn op een van de vele, vele terrassen. Málaga is makkelijk, zonnig en veelzijdig — een stad waar wij al tot drie keer tot veel langer bleven dan we van plan waren.

11 Originele Stedentrips in Spanje
#6 Murcia
Murcia is zo’n Spaanse stad die bijna niemand op z’n radar heeft, maar juist daarom zo leuk is. Je vindt hier geen massa’s toeristen, wel een levendig centrum, eeuwenoude gebouwen en zonovergoten pleinen waar het leven zich vooral buiten afspeelt. De kathedraal is een goed beginpunt: een bonte mix van gotiek, renaissance en barok, gebouwd tussen de veertiende en achttiende eeuw. De toren steekt overal bovenuit en is het herkenningspunt van de stad.
Leestip: wat te doen in Murcia
Niet ver daarvandaan ligt het Real Casino, geen gokpaleis zoals je die misschien kent uit de digitale jungle van LeoVegas.nl, maar een elegante herensociëteit uit de negentiende eeuw. Ik vond dit prachtige gebouw zo’n unieke verrassing! Je wandelt er door stijlkamers vol Moorse mozaïek en historische inrichting, maar ook balzalen met klassiek marmer en kristallen kroonluchters. Je kijkt je ogen uit.
De stadsmuren en paleizen van Murcia herinneren aan de tijd van de Moren, die Murcia in de negende eeuw stichtten. Een deel van het oude islamitische paleis is nog te zien in het klooster Santa Clara.
Wat Murcia echt typeert is de relaxte sfeer. Je zit hier dicht bij de zee, omringd door boomgaarden vol citroenen, en eet er fantastisch: tapas met een twist, stevige rijstgerechten en lokale wijnen voor een prikkie. Murcia is geen stad vol must-sees en toeristische highlights, maar juist eentje om gewoon in rond te dwalen en je te laten verrassen.

#7 Gijón
Gijón ligt aan de ruige noordkust van Spanje en is een heerlijke mix van zee, geschiedenis en gezelligheid. Je zit hier in Asturië, een groene regio waar de bergen bijna in de zee duiken. De stad begon ooit als Romeinse nederzetting en groeide later uit tot een belangrijke haven- en industriestad. Die industriële kant zie je nog steeds in de haven en oude scheepswerven, maar tegenwoordig is Gijón vooral een levendige studentenstad met veel cultuur, stranden en een relaxte sfeer. Tot twee keer toe bezocht ik deze Noord-Spaanse stad, waarbij Gijón een steeds groter plekje in mijn hart kreeg.
Leestip: wat te doen in Gijón
Cimavilla is de oudste wijk van de stad, gebouwd op een heuvel direct aan zee. Hier loop je langs Romeinse resten, kleurrijke huizen en barst het van de sidrerías. Deze typisch Asturiaanse ciderbars waar je drankje van grote hoogte in je glas wordt gegoten, zijn echt een bezienswaardigheid op zich. Vanaf de heuveltop kijk je uit over de zee, met het beroemde kunstwerk ‘Elogio del Horizonte’ van Chillida als herkenningspunt. Aan de voet van de wijk ligt Playa de San Lorenzo, een stadsstrand van anderhalve kilometer waar surfers en gezinnen elkaar afwisselen.
Gijón is een stad met een echt lokaal karakter. Je drinkt er cider met uitzicht op de baai, eet fabada of een gigantische cachopo in een lokaal restaurant en sluit je dag af met een wandeling over de boulevard. Voor wat cultuur is er aan de rand van de stad de Laboral Ciudad de la Cultura, een imposant gebouw net buiten het centrum waar je een rondleiding langs bijzondere architectuur krijgt of met een lift naar het dak gaat voor uitzicht over stad en zee.
Gijón is niet hip of perfect gepolijst, maar dat maakt het juist zo leuk. Het is de ideale plek voor wie Spanje eens van een andere kant wil zien: rauwer, groener en nog echt authentiek.

#8 Bilbao
Bilbao heeft zichzelf opnieuw uitgevonden. Ooit een grauwe industriestad vol staalfabrieken en scheepswerven, nu een moderne, culturele hotspot die bruist van het leven. Het begon allemaal met het Guggenheim Museum, in 1997 geopend aan de oever van de Nervión-rivier, wat de stad een enorme culturele boost gaf. Dat gebouw alleen al is een bezoek waard: een glinsterend kunstwerk van titanium en glas met in de openbare buitenruimte moderne topstukken en reusachtige kunstwerken als de puppy van Jeff Koons en de spin Mamá van Louise Bourgeois.
Leestip: wat te doen in Bilbao
Maar Bilbao is meer dan het Guggenheim. De oude stad, Casco Viejo, is een wirwar van straatjes met tapasbars, kerken en pleinen. Hier vind je ook de gotische kathedraal van Santiago en de overdekte markt La Ribera. In de wijk Ensanche zie je brede lanen en statige gebouwen uit de negentiende eeuw. En dan is er nog Zubizuri, de opvallende witte voetgangersbrug van Santiago Calatrava.
Bilbao is bovendien een paradijs voor pintxos, de Baskische variant van tapas. Je bestelt ze in kleine barretjes, vaak op toast, met vis, vlees of kaas. De wijn heet hier txakoli en is licht en sprankelend. Voor nog meer cultuur kun je naar het Museo de Bellas Artes of het theater Arriaga. Buiten de stad lonken de bergen, surfstranden en dorpjes aan de ruige kust.

#9 Granada
Granada is magisch. Zodra je de stad binnenkomt en de contouren van het Alhambra boven op de heuvel ziet, weet je dat dit geen gewone bestemming is. Het Alhambra is een van de indrukwekkendste paleizen van Europa, met sierlijke bogen, fonkelende mozaïeken en rustige patio’s vol sinaasappelbomen en fonteinen. Gebouwd in de dertiende en veertiende eeuw door de Nasridische sultans en later uitgebreid door de katholieke koningen, is het een plek waar je uren kunt rondlopen. Vergeet ook de Generalife niet, de zomerresidentie van de sultans met prachtige tuinen en uitzichten over de stad.
Leestip: wat te doen in Granada
Tegenover het Alhambra ligt de wijk Albaicín, een labyrint van witte huisjes, trappen en steegjes die nog steeds dezelfde structuur hebben als in de Moorse tijd. Iets verder omhoog vind je Sacromonte, bekend van de grotwoningen en de flamencoshows die hier in de avond tot leven komen. Op de achtergrond zie je bovendien altijd de toppen van de indrukwekkende Sierra Nevada, een ideale bestemming voor een dagtrip. Granada is misschien wel de enige stad waar je in de ochtend kunt skiën in de Sierra Nevada en in de middag op een terras in de zon zit met een bord tapas.
In het centrum liggen barokke kerken, de kathedraal en de koninklijke kapel waar de katholieke vorsten begraven liggen. De stad kreeg zijn universiteit in 1531, en dat voel je nog steeds: het stikt van de studenten, goedkope bars en levendige sfeer. Tapas krijg je hier trouwens vaak gratis bij je drankje. Granada is sfeervol, betaalbaar en doordrenkt van geschiedenis. Een stad waar je niet uitgekeken raakt.

#10 San Sebastián
San Sebastián ligt aan een van de mooiste baaien van Spanje. De stad voelt chique maar ontspannen, en combineert strand, bergen en een keuken waar je u tegen zegt. Aan de baai van La Concha wandel je langs de elegante boulevard, terwijl surfers zich verderop uitleven bij het ruigere Zurriola-strand. Alles ligt op loopafstand, wat deze stad ideaal maakt voor een korte stedentrip zonder stress.
Leestip: wat te doen in San Sebastián
De oude stad, Parte Vieja, is een doolhof van smalle straten vol pintxosbars. Vergeet tapas, hier draait alles om kleine kunstwerkjes op een stokje. In elke bar probeer je iets anders, van gegrilde inktvis tot gebakken kabeljauw met aioli. San Sebastián is ook de stad met de meeste Michelinsterren per inwoner, dus culinaire hoogstandjes zijn nooit ver weg.
Naast eten valt er ook genoeg te zien. Klim naar de Monte Igueldo voor uitzicht over de baai en bezoek het kleine, ouderwetse pretpark bovenop de berg. Wandel langs de rivier, bewonder moderne kunst bij het Museo San Telmo en sluit je dag af met een zonsondergang op het strand.

#11 Córdoba
Córdoba voelt als een reis terug in de tijd. In de middeleeuwen was dit de grootste stad van Europa, een centrum van wetenschap, filosofie en religie. Het pronkstuk is nog altijd de Mezquita, een voormalige moskee met een zee van rood-witte bogen, waar in de zestiende eeuw een katholieke kathedraal middenin werd gebouwd. Het contrast is indrukwekkend en nergens anders ter wereld te vinden.
Leestip: wat te doen in Córdoba
Wandel de stad in en je belandt in een wirwar van witte huizen, smalle steegjes en binnenplaatsen vol bloemen. In mei gaan die patio’s open voor het publiek, tijdens een patiofestival dat de hele stad in bloei zet. De joodse wijk is een van de best bewaarde van Spanje en de Romeinse brug over de rivier is nog altijd in gebruik, na tweeduizend jaar.
Córdoba is compact, maar zit bomvol verhalen. Van Moorse paleizen tot middeleeuwse torens, van flamencobars tot moderne kunstgalerijen. Ik vond persoonlijk een free walking tour ideaal om al deze historie, verhalen en achtergrond te ontdekken. Eten doe je hier op pleintjes onder sinaasappelbomen, met klassieke gerechten als salmorejo of aubergines met honing. In de zomer is het bloedheet, maar in het voor- en najaar of de winter is het een van de fijnste steden van Andalusië.

#12 Cádiz
Cádiz voelt als een andere wereld. De stad ligt op een schiereiland, omringd door zee, met aan alle kanten lucht en golven. Volgens velen is dit de oudste stad van Europa, gesticht door de Feniciërs meer dan drieduizend jaar geleden. Die lange geschiedenis zie je nog overal terug, van Romeinse theaterresten tot achttiende-eeuwse uitkijktorens.
Leestip: wat te doen in Cádiz
Toch is Cádiz allesbehalve stoffig. De oude stad is levendig, rommelig en vrolijk. Op de markt ruikt het naar vis en gebakken garnalen, de pleinen staan vol met stoelen, en in elke straat klinkt muziek. Je loopt hier zó naar het strand, want dat begint direct waar de stad ophoudt. Playa de la Caleta is geliefd bij locals, met oude wachttorens aan beide kanten en uitzicht op de zonsondergang.
Het carnavalsfeest in februari is een van de uitbundigste van Spanje, met verkleedpartijen, satire en muziek op elke hoek. Maar ook buiten carnaval bruist de stad. Je drinkt er sherry aan de bar, eet gebakken vis uit een krant en klimt naar de top van Torre Tavira voor uitzicht over daken, daken en nog eens daken.

#13 Marbella
Marbella is meer dan zon, champagne en cabrio’s. Ja, je ziet hier designwinkels, jachten en beachclubs met ligbedden voor een halve daghuur, maar er zit ook een hele andere kant aan deze stad. Wandel naar het oude centrum en je stapt ineens een Andalusisch dorp in. Smalle straatjes met bloemen aan de gevels, een dorpsplein vol sinaasappelbomen en tapas op een wit tafeltje onder de zon. Dit is de plek waar je even helemaal vergeet dat de Golden Mile om de hoek ligt.
Leestip: wat te doen in Marbella
De kustlijn van Marbella is lang en gevarieerd. Je loopt over een brede boulevard langs het water, pakt een fiets of zakt gewoon neer bij een chiringuito (Spaanse strandtent) met verse vis op de grill. Voor wie de drukte wil ontvluchten zijn er rustige baaitjes bij Cabopino en duinen bij Artola. En wie hogerop zoekt, wandelt de bergen in richting Sierra Blanca, met uitzicht op zee en stad, of pakt de auto naar het wandelgebied Refugio de Juanar vlakbij Ojén.
’s Avonds draait alles om buiten leven. Tapas in de oude stad, cocktails in Puerto Banús, of gewoon een glas wijn met uitzicht op de ondergaande zon. Marbella is veelzijdiger dan je denkt en bovendien een springplank voor de vele Andalusische bezienswaardigheden in de omgeving.

#14 Elche
Elche voelt een beetje als Spanje in slow motion. Geen stress, geen haast, maar wel een stad die je verrast. Meteen als je aankomt zie je palmbomen. Heel veel palmbomen. Meer dan tweehonderdduizend zelfs. Het Palmeral de Elche is niet voor niets UNESCO-werelderfgoed. Je wandelt hier tussen eeuwenoude dadelpalmen, langs irrigatiekanalen die al sinds de islamitische tijd in gebruik zijn. Alleen al dit bijzondere palmbomenbos zou genoeg reden moeten zijn om Elche op je Spanje-bucketlist te zetten.
Leestip: wat te doen in Elche
In het centrum van Elche ligt een wirwar van straatjes, pleinen en kleine winkels. De basiliek van Santa María is het hart van de stad, vooral in augustus als het eeuwenoude toneelstuk Misteri d’Elx wordt opgevoerd. Zo’n religieus spektakel in een barokke kerk zie je nergens anders. Daar omheen barst het van de cafés en bakkerijen met lokale lekkernijen van amandel en dadel.
Wat Elche zo leuk maakt, is dat je tussen de locals zit. Geen massatoerisme, geen menukaarten in vijf talen. Gewoon een Spaanse stad waar het leven zijn gang gaat en je rustig kan dwalen door eindeloze palmbomenoases.

#15 Tarifa
In Tarifa begint én eindigt Europa. Letterlijk. Dit is het zuidelijkste puntje van Spanje, met Afrika aan de overkant van het water. Op de meeste dagen zie je Marokko gewoon liggen. Tarifa is een stad van wind, golven en zand. En van jongeren, backpackers, vanlifers en surfers die hier komen voor de relaxte sfeer en eindeloze stranden.
De wind waait hier bijna altijd, en dat maakt Tarifa tot het kitesurfparadijs van Europa. Op het strand zie je een bonte verzameling van zeilen, boards en gebruinde mensen met zonnebrillen en blote voeten. Maar ook als je niet van watersport houdt, is Tarifa de moeite waard. De oude stad is klein maar gezellig, met witte huisjes, kleurrijke deuren en tapasbars waar het tot laat gezellig blijft.
Je zit hier ook precies op het punt waar de Atlantische Oceaan overgaat in de Middellandse Zee. Dat levert niet alleen bijzondere golven op, maar ook een uniek uitzicht. Vanuit de haven kun je voor een unieke dagtrip de veerboot naar het Marokkaanse Tanger nemen en in een paar uur sta je in Afrika. Tarifa voelt als een kruispunt van werelden. En juist dat maakt het zo bijzonder.

#16 Alicante
Alicante is zo’n stad waar je meteen in de vakantiemodus schiet. Zodra je uit het vliegtuig stapt, ruik je de zee en zie je palmbomen. Alles ademt zon, strand en relaxte vibes. Toch is Alicante veel meer dan alleen een badplaats. Het heeft een oud centrum vol smalle straatjes, een levendige boulevard en een middeleeuws kasteel dat hoog boven de stad uittorent.
Leestip: wat te doen in Alicante
Het kasteel van Santa Bárbara is echt zo’n bezienswaardigheid waar je naartoe móet. Je kunt omhoog wandelen of gewoon de lift nemen. Eenmaal boven heb je panoramisch uitzicht over de stad, de haven en de kust. Daarna dwaal je door de wijk Santa Cruz, een wirwar van witte huisjes, kleurige bloempotten en trappetjes. Hier voelt Alicante bijna als een dorp in een grote stad.
De Explanada de España is de plek waar iedereen samenkomt. Een brede boulevard met mozaïektegels, palmbomen en terrasjes waar je net zo makkelijk een koffie als een glas wijn bestelt. En het strand? Dat ligt er gewoon direct naast. Playa del Postiguet is geen afgelegen baai, maar wel perfect voor een middagje zonnen of pootjebaden tussen de locals.

Combineren kan ook: tips voor een Spaanse mini-roadtrip
Spanje is perfect voor een stedentrip, maar nóg leuker wordt het als je er twee of drie aan elkaar plakt. Veel steden liggen op korte afstand van elkaar en zijn makkelijk te combineren met de trein of auto. Ideaal voor wie iets meer wil zien en op zoek is naar een korte vakantie, zonder te hoeven kiezen.
Een klassieker is de route Sevilla – Córdoba – Granada. Deze drie Andalusische steden liggen op een paar uur reizen van elkaar en bieden elk iets unieks. Sevilla voor sfeer, dans en tapas. Córdoba voor geschiedenis en die indrukwekkende Mezquita-kathedraal. En Granada voor het Alhambra en de bergen van de Sierra Nevada.
Leestip: perfecte roadtriproute voor Zuid-Spanje
Meer zin in de oostkust? Dan is Valencia – Alicante – Elche een goede optie. Je reist langs de Middellandse Zee, met stranden, palmbossen en markten vol fruit, vis en lekkers. Valencia is modern en cultureel, Alicante relaxt en zonnig, en Elche lekker groen en verrassend rustig.
In het noorden kun je denken aan Bilbao – San Sebastián – Gijón. Reken op ruige kusten, goed eten en veel natuur. Bilbao is kunstzinnig en industrieel, San Sebastián culinair en elegant, en Gijón lekker ontspannen en lokaal. Je reist hier door Baskenland en Asturië, weg van de massa maar vol karakter.